In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Concurrentiepositie
§3.3 Leerjaar 4
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Herhalen soorten werkloosheid
Uitleg concurrentiepositie
Opdrachten digitale werkboek
Slide 2 - Tekstslide
Van welk soort werkloosheid is sprake? "De ijsboer in de winter"
A
frictie werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid
Slide 3 - Quizvraag
Van welk soort werkloosheid is sprake? "Jaap komt net van school"
A
frictie werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer het werk wordt overgenomen door een machine is dit ...
A
structurele werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
frictie werkloosheid
D
regionale werkloosheid
Slide 5 - Quizvraag
Van welk soort werkloosheid is sprake? "Tijdens perioden van crisis"
A
Regionale werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid
Slide 6 - Quizvraag
Van welk soort werkloosheid is sprake? "Wanneer Phillips besluit de gehele gespecialiseerde productie naar Maleisië te verplaatsen"
A
Regionale werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid
Slide 7 - Quizvraag
Waar moet je aan denken bij het woord concurrent?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Video
Gevolg van de concurrentie..
Concurrenten zijn bedrijven die elkaars klanten heel graag willen hebben. (winst)
- winnaars krijgen steeds meer klanten
- verliezers raken klanten kwijt
Verliesgevend bedrijf moet uiteindelijk bedrijf sluiten.
Slide 10 - Tekstslide
Concurrentiepositie
is hoe jouw producten of diensten zijn in vergelijking met andere merken.
Prijs
Kwaliteit
Service
Hoe beter jouw concurrentiepositie is hoe meer je zult verkopen
Slide 11 - Tekstslide
Winst
Veel winst krijg je door:
Veel goederen of diensten te verkopen
Weinig kosten te maken
Slide 12 - Tekstslide
Concurrentiepositie
Als je veel personeel hebt dan heb je veel loonkosten.
Om ook nog winst te hebben moet je de verkoopprijs verhogen. Dit is slecht voor je concurrentiepositie
Slide 13 - Tekstslide
Werkgelegenheid
Bedrijven willen winst en dat heeft invloed op de werkgelegenheid (de vraag naar arbeid)
Slide 14 - Tekstslide
Werktijdverlenging
In sommige gevallen is het goed dat je meer medewerkers in dienst neemt. Je kunt ook dezelfde aantal medewerkers meer laten werken.
Voorbeeld:
Garage Do-it repareert tussen 9.00 en 17.00 auto's. De garage huurt voor 1500 euro een garageruimte en heeft vier medewerkers. De eigenaar merkt dat het drukker wordt en wilt geen nee verkopen. Hij verlengt de bedrijfstijd met 10 uur per week.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Hoe creëer je meer werkgelegenheid?
ADV --> ArbeidsDuurVerkorting
Het werk wordt verdeeld over meerdere mensen, zodat dus ook meerdere mensen een baan hebben en dus geen of een gedeeltelijke uitkering.
kosten per product blijft gelijk
Slide 17 - Tekstslide
Kosten verlagen door:
Mensen ontslaan
Mensen korter laten werken
Soms meer mensen aan nemen, maar dan moet je ook meer maken. Machine kosten per product dalen dan.
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht
Maak opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 3 van leerjaar 4 (magister => leermiddelen => kies het juiste leerjaar en niveau kader)