§3.3 De concurrentiepositie

De concurrentiepositie
§3.3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De concurrentiepositie
§3.3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • Hoe bedrijven personeel gebruikt om een hogere winst te behalen
  • Hoe personeel invloed kan hebben op de concurrentiepositie van een bedrijf

Slide 2 - Tekstslide

Programma
huiswerk bespreken
uitleg concurrentiepositie 
Zelfstandig opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

%
100
0,00016835
22,2%
Aantal
594000
1
132000

Slide 4 - Tekstslide

Van welk soort werkloosheid is sprake?
"De ijsboer in de winter"
A
frictie werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 5 - Quizvraag

Van welk soort werkloosheid is sprake?
"Jaap komt net van school"
A
frictie werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer het werk wordt overgenomen door een machine is dit ...
A
structurele werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
frictie werkloosheid
D
regionale werkloosheid

Slide 7 - Quizvraag

Van welk soort werkloosheid is sprake?
"Tijdens perioden van crisis"
A
Regionale werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 8 - Quizvraag

Van welk soort werkloosheid is sprake?
"Wanneer Phillips besluit de gehele gespecialiseerde productie naar Maleisië te verplaatsen"
A
Regionale werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Concurrentiepositie
is hoe jouw producten of diensten zijn in vergelijking met andere merken.

Prijs
Kwaliteit
Service

Hoe beter jouw concurrentiepositie is hoe hoger je afzet (aantal stuks dat je verkoopt) zal zijn

Slide 11 - Tekstslide

Concurrentiepositie
  • Als je veel personeel hebt dan heb je veel loonkosten.
  • Om ook nog winst te hebben moet je de verkoopprijs verhogen. Dit is slecht voor je concurrentiepositie

Slide 12 - Tekstslide

Werkgelegenheid
Bedrijven willen winst en dat heeft invloed op de werkgelegenheid (de vraag naar arbeid)

Slide 13 - Tekstslide

Werktijdverlenging
In sommige gevallen is het goed dat je meer medewerkers in dienst neemt. Je kunt ook dezelfde aantal medewerkers meer laten werken.

Voorbeeld:
Garage Do-it repareert tussen 9.00 en 17.00 auto's. De garage huurt voor 1500 euro een garageruimte en heeft vier medewerkers. De eigenaar merkt dat het drukker wordt en wilt geen nee verkopen. Hij verlengt de bedrijfstijd met 10 uur per week.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe creëer je meer werkgelegenheid?
  •  ADV --> ArbeidsDuurVerkorting
 Het werk wordt verdeeld over meerdere mensen, zodat dus ook meerdere mensen een baan hebben en dus geen of een gedeeltelijke uitkering.

kosten per product blijft gelijk

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Wat: maak opdracht 1 t/m 5    blz 84
Hoe: lees nog een keer de leertekst
Tijd: 20 min
Hulp: vragen stellen/overleggen is toegestaan 
Klaar? begin dan aan het huiswerk
Huiswerk: opdracht 6, 8 en 9      blz 86

Slide 16 - Tekstslide