Sintquiz 1vE

Sintquiz 1vE
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Sintquiz 1vE

Slide 1 - Tekstslide

Let op
Je bekijkt straks een liedje van de Sint. Kijk goed naar de beelden en let goed op de tekst. Daarna komen er een paar vragen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Maak de zin af: Jump, jump op en neer met zijn allen...
A
Kom nu springen
B
Links en rechts
C
Heen en weer
D
Kom maar binnen

Slide 4 - Quizvraag

Maak de zin af: Zit je lekker in je vel spring
A
dan spring spring spring
B
Dan je weet het wel
C
dan samen op de tel
D
Op en doe het snel

Slide 5 - Quizvraag

Op het shirt van Coole Piet staat Coole Piet, wat staat op het shirt van zijn pietenmaatje?
A
SP
B
PS
C
PIET
D
PP

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor kleur bril heeft de Piet die naast hem zingt?
A
Roze
B
Blauw
C
Paars
D
Groen

Slide 7 - Quizvraag

FF lachen op de foto en klik! Hoeveel meisjes pieten staan er op de foto?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat is een ander woord voor Stand up Comedian?
A
Cabaretier
B
Presentator
C
Showbizzman
D
Host

Slide 10 - Quizvraag

Waar komt Sinterklaas vandaan?
A
Turkije
B
Spanje

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat is de figuurlijke betekenis van 'Op alle slakken zout leggen.'
A
Dat je op alles commentaar hebt
B
Dat de slak door het zout oplost

Slide 13 - Quizvraag

Vul aan: Wie het eerst komt, wie het eerst
A
Haalt
B
Maalt

Slide 14 - Quizvraag

Wat houdt: 'De kat uit de boom kijken' in?
A
Wachten tot de kat uit de boom komt
B
Even afwachten

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de titel van het boek dat je net zag?
A
Het weeshuis in de zee
B
Het weeshuis verdwijnt in de zee
C
Het weeshuis in de azuur blauwe zee
D
Het weeshuis in de blauwe zee

Slide 17 - Quizvraag

Welk tekstdoel wilt je iets leren?
A
overhalen
B
overtuigen
C
informeren
D
instrueren

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
timer
1:00
tekstdoel informeren
tekstdoel overtuigen
tekstdoel amuseren
tekstdoel overhalen
tekstdoel instrueren
een nieuwsbericht over een schietpartij
recensie over mijn gelezen boek
een strip in de Donald Duck
een advertentie voor de nieuwste iPhone
spelhandleiding van UNO

Slide 19 - Sleepvraag

tekstdoel: activeren
tekstdoel: amuseren
tekstdoel: informeren
tekstdoel: instrueren
tekstdoel: overtuigen
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
De schrijver wil dat je je vermaakt.
De schrijver wil dat je zijn mening  overneemt.
De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Slide 20 - Sleepvraag

Wat zijn hoofdzaken en bijzaken?
A
hoofdzaken: belangrijkste informatie bijzaken: minder belangrijke dingen
B
hoofdzaken: minder belangrijke dingen bijzaken: belangrijkste informatie

Slide 21 - Quizvraag

Bijzaken zijn belangrijker dan
hoofdzaken.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Welke 4 dingen heb je nodig om goed te kunnen plannen?
Goed kunnen plannen
Overzicht
Onthouden
Motivatie
Concentratie
Afleiding
Vergeten
Vooruit schuiven
Multitasken

Slide 23 - Sleepvraag

Tekst
doen
niet doen
lesstof indelen
dag voor toets
3 weken plannen
makkelijkste eerst
een dag van te voren
alles op 1 dag
herhaling plannen

Slide 24 - Sleepvraag


Maak het liedje af;
Sinterklaas wie kent hem niet,
Sinterklaas, Sinterklaas en
A
natuurlijk ook piet.
B
natuurlijk zwarte piet.
C
natuurlijk ozosnel
D
natuurlijk ook roetpiet

Slide 25 - Quizvraag

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?
Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Ozosloom
B
Ozosnel
C
Amerigo
D
Peerdje

Slide 26 - Quizvraag

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?
Hoe heet de hoed van Sinterklaas?
A
baret
B
kroon
C
mijter
D
toupet

Slide 27 - Quizvraag