Engels unit 4

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Engels unit 4

Present simple

Je gebruikt de present simple als iets 

ALTIJD, NOOIT of REGELMATIG gebeurt.

Present Simple

Je gebruikt het hele werkwoord.

Bij he/she of it plak je een -s achter het werkwoord.

Present Simple

I eat apples - Ik eet appels

You eat apples - Jij eet appels

He / She / It eats apples - Hij / Zij / Het eet appels

We eat apples - we eten appels

You eat apples - Jullie eten appels

They eat apples - Zij eten appels

Does en goes

Bij he, she of it plak je een -s achter het werkwoord.

Als een werkwoord eindigt op een -o, 

plak je er bij he, she of it -es achter

Ontkennende zinnen

In ontkennende zinnen zet je don't of doesn't voor het hele werkwoord.

Ontkennende zinnen

I don't eat apples

You don't eat apples

He / She / It doesn't eat apples

We don't eat apples

You don't eat apples

They don't eat apples

Mijn, jouw, zijn

My name - mijn naam

Your name - jouw naam

His name - zijn naam

Her name - haar naam

Its name - zijn/haar naam ( van bijvoorbeeld een hond)

Mijn, jouw, zijn

Our name - onze naam

Your name - jullie naam

Their name - zijn naam

Aan de gang zijn

Present Continious

I am playing a game.

You are playing ...

He / She / It is playing ...

We are playing ...

You are playing ...

They are playing ...

Vraag

Am I playing a game?

Are you playing a game?

Is he / she / it playing a game?

Are we playing a game?

Are you playing a game?

Are they playing a game?

Ontkennend

I am not playing a game.

You are not playing a game.

He / She / It is not playing a game.

We are not playing a game.

You are not playing a game.

They are not playing a game.

Wat is de vertaling van...

Available

1. prachtig
2. verkrijgbaar
3. overal
4. proberen

Wat is de vertaling van...

Everywhere

1. daarom
2. prachtig
3. overal
4. zonder

Wat is de vertaling van...

That's why

1. daarom
2. mensen
3. leuk vinden
4. zonder

Wat is de vertaling van...

exciting

1. prachtig
2. snel
3. bezoeken
4. spannend

Wat is de vertaling van...

try

1. verzamelen
2. bezoeken
3. training
4. proberen

Wat is de vertaling van...

collect

1. verzamelen
2. verkrijgbaar
3. bezoeken
4. morgen

Wat is de vertaling van...

feed

1. eend
2. voeren
3. soort
4. bijna

Wat is de vertaling van...

almost

1. prachtig
2. bijna
3. daarom
4. zonder

Wat is de vertaling van...

show

1. laten zien
2. terugkijken
3. beschrijven
4. soort

Wat is de vertaling van...

without

1. overal
2. ongeveer
3. zonder
4. daarom

Wat is de vertaling van...

without

1. overal
2. ongeveer
3. zonder
4. daarom

Wat is de vertaling van...

never

1. kopen
2. altijd
3. mooi
4. nooit

Wat is de vertaling van...

wooden

1. weglopen
2. sturen
3. van hout
4. aanzetten

Wat is de vertaling van...

awesome

1. verkrijgbaar
2. geweldig
3. mooi
4. verkopen