Maandag 4 november; werkwoordspelling tt en vt

Werkwoordspelling

Doel van de les;


- woorden in de tegenwoordige tijd correct schrijven

- woorden in de verleden tijd correct schrijven

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Doel van de les;


- woorden in de tegenwoordige tijd correct schrijven

- woorden in de verleden tijd correct schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Quiz
Welke zin is goed geschreven?

Slide 5 - Tekstslide

Amy ............ (tekenen, tt) graag paarden in haar boek.

Slide 6 - Open vraag

De fiets van Coen ....... (gaan, tt) soms kapot.

Slide 7 - Open vraag

De vogels ......... (vliegen, tt) naar het zuiden.

Slide 8 - Open vraag

Afgelopen week .......... (melden, vt) ik me bij mijn nieuwe werk.

Slide 9 - Open vraag

Wij ...... (lunchen) in het park.

Slide 10 - Open vraag

Ibrahim .........(praten, vt) in de klas met zijn buurman.

Slide 11 - Open vraag

Ali en Hakim .......... (bloeden, vt) beiden na de valpartij

Slide 12 - Open vraag

0

Slide 13 - Video

Hoe herken je een voltooid deelwoord?

Slide 14 - Open vraag

Ik ben gisteren .........(verhuizen)

Slide 15 - Open vraag

Ik heb die som .........(proberen)

Slide 16 - Open vraag

Ik heb mijn veter.........(strikken)

Slide 17 - Open vraag