werkwoordspelling tt en vt

Werkwoordspelling

- tegenwoordige tijd

- verleden tijd

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

- tegenwoordige tijd

- verleden tijd

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Amy ............ (tekenen, tt) graag paarden in haar boek.

Slide 5 - Open vraag

De fiets van Coen ....... (gaan, tt) soms kapot.

Slide 6 - Open vraag

De vogels ......... (vliegen, tt) naar het zuiden.

Slide 7 - Open vraag

Afgelopen week .......... (melden, vt) ik me bij mijn nieuwe werk.

Slide 8 - Open vraag

Wij ...... (lunchen) gisteren in het park.

Slide 9 - Open vraag

Ibrahim .........(praten, vt) in de klas met zijn buurman.

Slide 10 - Open vraag

Ali en Hakim .......... (bloeden, vt) beiden na de valpartij

Slide 11 - Open vraag