1KB: Thema 4 - Basisstof 6 en 7

Programma vandaag:
- Korte herhaling basisstof 2, 3, 4, 5
-Uitleg basisstof 6 en 7
- zelfstandig werken

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Programma vandaag:
- Korte herhaling basisstof 2, 3, 4, 5
-Uitleg basisstof 6 en 7
- zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Het skelet
Het skelet heeft 4 taken:
  1. stevigheid
  2. vorm
  3. kwetsbare organen beschermen
  4. Beweging mogelijk maken
 


Slide 2 - Tekstslide

4.3 Het gewricht
- Je moet de bouw en werking van gewrichten weten

Slide 3 - Tekstslide

3 soorten gewrichten

Slide 4 - Tekstslide

4.4 Je spieren
Je hebt spieren nodig om je botten te kunnen bewegen. 

Aan de botten zitten spieren vast met pezen

Alle spieren bij elkaar noem je het spierstelsel

Slide 5 - Tekstslide

tegengestelde spieren of antagonisten

Slide 6 - Tekstslide

4.5 Uithoudingsvermogen

  • Als je een stuk gaat lopen, hebben je spieren energie nodig. Die energie komt vrij bij de verbranding. 
  • Harder lopen = cellen in spieren hebben meer energie nodig.
  • Grotere inspanning = meer verbranding. 
  • Meer verbranding = meer brandstof en zuurstof nodig. 
  • Meer zuurstof = snellere en diepere ademhaling. 
  • Ook andere organen werken harder: bijv hart klopt sneller. 

Slide 7 - Tekstslide

Verbranding
brandstof + zuurstof  --- > koolstofdioxide + water + energie

dit noemen we een reactieschema

Slide 8 - Tekstslide

Het ademhalingsstelsel

Slide 9 - Tekstslide

4.6 Bloed en bloedsomloop
Bloedvatenstelsel brengt zuurstof en voedsingsstoffen 
naar alle cellen in je lichaam.

Slide 10 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel = 
hart en bloedvaten


rood = zuurstofrijk
blauw = zuurstofarm

Slide 11 - Tekstslide

de bloedvaten


- slagaders
-haarvaten
-aders

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

slagaders

Brengt zuurstof en voedsingsstoffen naar alle cellen in je lichaam.-lopen van het hart af.
- hebben een gespierde wand
- de bloeddruk is hoog
- liggen vaak diep in het lichaam

Slide 14 - Tekstslide

haarvaten

- zijn maar 1 cellaag dik
- vormen een netwerk
- de bloeddruk is laag
- er vindt uitwisseling plaats van stoffen

Slide 15 - Tekstslide

aders
- lopen naar het hart toe
- de bloeddruk is laag
- de wanden zijn minder gespierd
- liggen minder diep in je lichaam
- bevatten vaak kleppen

Slide 16 - Tekstslide

Oververhitting =
Als je lichaamstemperatuur te hoog wordt.

Je huid helpt dit tegengaan:
Haarvaten in je huid gaan meer open staan zodat 
er meer bloed doorheen kan. 
Huid geeft warmte af en je gaat meer zweten.

Slide 17 - Tekstslide

4.7 Gezond sporten

Slide 18 - Tekstslide

Eten 

Krachtsporter = eiwitten 
(vlees eieren)

Duursporter = koolhydraten (pasta, brood)

Slide 19 - Tekstslide

Drinken
Vocht aanvullen tegen uitdroging.

Uitdroging: hoofdpijn, misselijk, duizelig, kramp

Water drinken!!

Slide 20 - Tekstslide

Sportkleding:  
– moet gemakkelijk zitten
– moet goed zweet kunnen opnemen
 – moet goed wasbaar zijn

Slide 21 - Tekstslide

Sportkleding
 ook beschermen tegen blessures
– Bijvoorbeeld: 
Helm
Kniebeschermers
Polsbeschermers 
 Elleboogbeschermers

Slide 22 - Tekstslide

Waar zitten kleppen in?
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders
D
Capillairen

Slide 23 - Quizvraag

Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 24 - Quizvraag

Zijn de meeste blauw gekleurde bloedvaten aders, haarvaten of slagaders?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders

Slide 25 - Quizvraag

In welk bloedvat vindt uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaats?
A
Haartvat
B
Ader
C
Slagader

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn antagonisten
A
Spieren met een zelfde werking
B
Spieren met een tegenovergestelde werking

Slide 27 - Quizvraag

Hoe voorkomt je lichaam oververhitting?
A
Zweten
B
haarvaten in je huid worden wijder
C
A en B beide

Slide 28 - Quizvraag

Waar vindt gaswisseling plaats?
A
Luchtpijp
B
Long
C
Keelholte
D
Longblaasje

Slide 29 - Quizvraag

Welk bloedvat vervoert bloed van het hart af?
A
Ader
B
Haartvat
C
Slagader

Slide 30 - Quizvraag

Deze bloedvaten zijn meestal zuurstof arm
A
slagaders
B
haarvaten
C
aders

Slide 31 - Quizvraag

Welke bloedvaten hebben de dunste wanden?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 32 - Quizvraag

Aan het werk!!

- Maak basisstof 6 en 7
(behalve practica)

- Maak van iedere basisstof 
de test jezelf

Slide 33 - Tekstslide