Alcohol en verslavingen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verslavingen kan jij noemen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou jij een verslaving omschrijven?

Slide 3 - Open vraag

Alcohol ( de scheikundige naam van pure alcohol is ethanol) ontstaat door vergisting van natuurlijke suikers en zetmeel in vruchten en in granen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet roken en/of vapen met je?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de negatieve gevolgen van alcohol?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke ziekten of aandoeningen kun je krijgen door overmatig alcoholgebruik?
A
Galstenen
B
Leverziekten
C
Oorontsteking
D
Dyscalculie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is WAAR?
A
Aan een puber zie je goed dat hij/zij dronken is
B
Na je 16e jaar kun je net zo goed tegen alcohol als volwassenen
C
Drink je voor je 15e jaar, dan is de kans op alcoholverslaving groter als je later volwassen bent
D
Alcohol is alleen schadelijk voor jongeren als ze meer dan 15 glazen per week drinken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak klopt NIET?
A
Drinken tijdens de zwangerschap kan zorgen voor hersenschade bij de baby
B
Drinken vóórdat de vrouw zwanger is, kan de kans op een miskraam vergroten
C
Als je alcohol drinkt, kort voordat je borstvoeding geeft, kan de baby ook alcohol binnenkrijgen
D
Af en toe een glas alcohol drinken tijdens de zwangerschap kan geen kwaad

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak klopt NIET?
A
In een wijnfles zitten 7,5 standaardglazen wijn
B
In een standaardglas jenever zit evenveel alcohol als in een standaardglas bier
C
Van koffie word je weer nuchter als je hebt gedronken
D
Vrouwen kunnen slechter tegen alcohol dan mannen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraken zijn WAAR?
A
Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot een lagere weerstand
B
Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot een lagere weerstand
C
Klachten zoals angst, depressie, eenzaamheid of stress kunnen erger worden door alcohol
D
Eén avond veel drinken heeft geen invloed op je weerstand

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als alle kosten en baten van alcohol worden opgeteld, kostte alcohol de Nederlandse samenleving in 2013 ongeveer 2,3 tot 4,2 miljard euro.
  • Zorgkosten door alcoholgebruik nemen toe door behandelingen van leverziekten, kanker en alcoholverslaving. Maar ook door behandelingen op de Spoedeisende Hulp.
  • Onderwijskosten nemen toe wanneer mensen door alcoholgebruik studievertraging oplopen, vroegtijdig de opleiding verlaten of studiebegeleiding nodig hebben.
  • Werkgeverskosten nemen toe wanneer mensen door alcoholgebruik niet kunnen komen werken of niet efficiënt werken (door bijvoorbeeld het hebben van een kater).
  • Kosten politie en justitie Als bij overlast, ruzies en geweld als gevolg van alcoholgebruik de politie moet optreden zijn hier ook kosten aan verbonden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak klopt NIET?
A
Ouders die alcohol drinken, hebben vaker kinderen die binge drinken (in korte tijd 5 of meer glazen drinken)
B
Kinderen die hun ouders zien drinken, denken positiever over alcohol
C
Kinderen die af en toe een slokje alcohol mogen proeven, kunnen later beter tegen alcohol
D
Het zien van alcoholreclame heeft een grotere invloed op jongeren dan op volwassenen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak klopt NIET?
A
Alcohol kan ondergewicht veroorzaken
B
Alcohol kan overgewicht veroorzaken
C
In alcohol zitten veel calorieën.
D
In alcohol zitten weinig calorieën.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Restalcohol is de alcohol die nog in je lichaam zit terwijl je een tijdje geleden bent gestopt met drinken.
Na een avond flink drinken kan er ’s ochtends nog alcohol in je lichaam zitten. Dat kan zelfs teveel zijn om te mogen rijden of een machine te bedienen. Je lichaam heeft per standaardglas 1,5 uur de tijd nodig om alcohol af te breken. Slapen versnelt dit proces niet. Hierdoor kan het gebeuren dat je onbewust onder invloed aan het verkeer deelneemt of een machine bedient.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Zet de verschillende flessen alcohol op volgorde van alcoholpercentage. Doe dit van het minst naar het meest. Schrijf er ook bij hoeveel procent (%) alcohol jullie denken dat erin zit. Je mag GEEN internet gebruiken om iets op te zoeken. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1
Iedereen die begint met roken doet dit omdat anderen dat ook doen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 2
De leeftijdsgrens van alcohol moet verhoogd worden van 18 naar 21.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 3
Meedoen met de groep is niet goed, je moet altijd je eigen mening hebben.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 4
Ouders die roken of drinken mogen dit niet verbieden aan hun kinderen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 5
Op sportclubs zou het verboden moeten zijn om te roken en om alcohol te drinken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies