Een omgeving met geschikte omstandigheden voor een organisme is een biotoop.
Wat is het biotoop van een eekhoorn?
Wat is het biotoop van een kievit?
Slide 3 - Tekstslide
Biotoop
Slide 4 - Tekstslide
levensgemeenschap
Levensgemeenschap
alle planten en dieren leven samen in een gebied
Slide 5 - Tekstslide
de biotische en abiotische factoren die invloed kunnen hebben op de populatie staan hieronder aangegeven. Maar bij welk type horen ze? biotisch of abiotisch?
Abiotisch
Biotisch
Slide 6 - Sleepvraag
Concurrentie & Concurrenten
Concurrentie = Strijden voor het beste plekje of voedsel
Concurrenten = verschillende organismen op 1 plek die hetzelfde voedsel eten of allemaal zonlicht nodig hebben
Slide 7 - Tekstslide
Habitat
De plek waar een bepaald organisme de juiste biotische en abiotische factoren heeft en leeft noem je een habitat.
Slide 8 - Tekstslide
Biodiversiteit
Variatie aan soorten in de natuur = biodiversiteit