Economie Paragraaf 2.1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1,2

00:00

Welkom

H2, Jij en je geld

Lesdoelen

Je kent na deze les de begrippen

• directe ruil en indirecte ruil
  
• chartaal geld en giraal geld
  

Je kan een nieuw saldo berekenen

Programma

Wat is geld?

Uitleg

Opdrachten

Afsluiting

Wat weet je van geld?

Chartaal geld

Giraal geld

Chartaal geld

• Munten, bankbiljetten
  
• Je kan het vastpakken (tastbaar)
  
• Contant geld
  

Giraal geld

• Geld op je bankrekening
  
• Je kan het niet vastpakken
  
• Het geld dat op je bankrekening staat is je saldo.
  

Wat is giraal geld?

Directe & Indirecte ruil

Wat is het verschil tussen indirecte ruil en directe ruil?

Saldo

Het saldo is het bedrag/geld dat op je bankrekening staat.

Als je iets koopt en je betaalt met je pinpas, wordt je saldo dan groter of kleiner?

Je koopt een chili chicken bij de Mc Donalds. Je banksaldo is € 36. Je betaalt € 1,-- met chartaal geld. Hoeveel heb je hierna op je bankrekening staan?

1. 35
2. 36
3. 37

Directe of indirecte ruil?

Aan de slag

Basis: Opdrachten 1 t/m 9 

blz. 52 t/m 54

Opdracht 1 t/m 3 op blz. 90

Kader: Opdracht 8 t/m 12

blz. 40 en 41

Plusopdrachten 1 t/m 3 op blz. 62

Maak een goede zin met de woorden chartaal geld en indirecte ruil.

Geld op de bank

Geld in je portemonnee

Positief banksaldo

Negatief banksaldo

Giraal geld

Chartaal geld

Wat vinden jullie nog lastig?

De volgende les

Tot de volgende les!

STARTOPDRACHT:

Je hebt € 19,95 betaald voor een nieuw shirt. 

Het geld dat je verdiend hebt met babysitten (€ 12,50) wordt op je rekening bijgeschreven. 

Het saldo op je bankrekening is nu € 46,78.

Reken uit hoeveel het vorige saldo op je bankrekening?

1. € 14,33
2. € 39,33
3. € 54,23
4. € 79,23

Nieuw saldo berekenen

• Oud saldo
  
• + Ontvangsten
  
• - Uitgaven
  
• ------------
  
• = Nieuw saldo
  

Programma van deze les

• Startopdracht
• Huiswerkopdrachten: "Is het gelukt? Zijn ze af?" Opdrachten 1 t/m 9 blz. 52 t/m 54 Opdracht 1 t/m 3 op blz. 90
• Uitleg deel 2 van 2.1 Pinpas of portemonnee?
• Zelfstandig werken
• Lesafsluiting

Saldo berekenen op bankrekening

Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten – uitgaven

Voorbeeld

Je hebt € 15 op je bankrekening staan. Op je bankrekening krijg je € 10 zakgeld van je ouders. Je koopt mascara en pint daarvoor € 7,50.
Wat wordt je nieuwe saldo? 

€ 15 + € 10 – € 7,50 = € 17,50

• Hieronder zie je een deel van een bankafschrift.
  
• Oud saldo = € 500. Wat is het nieuwe saldo?

• € 500 - 250 - 93,75 - 25 + 1600 + 83 - 55 =  € 1.759,25

Antwoord opdracht vorige sheet

€ 500 - 250 - 93,75 - 25 + 1600 + 83 - 55 = € 1.759,25

Elektronisch betalen

Op welke manieren kun je elektronisch betalen?

Aan de slag

Basis: Opdrachten 10 t/m 17 

blz. 55 t/m 57

Samenvatting 2.1 op blz. 78

Kader: Opdracht 8 t/m 12

blz. 40 en 41

Plusopdrachten 1 t/m 3 op blz. 62