In monomere voeding zijn de eiwitten, vetten en koolhydraten al voor verteerd. Het lichaam neemt deze voeding sneller en gemakkelijker op dan polymere voeding, omdat het niet meer verteerd hoeft te worden. Monomere voeding wordt vooral toegediend aan zorgvragers met problemen in het spijsverteringsstelsel. Een specifiek soort monomere voeding is oligomere voeding. Het lijkt op monomere voeding, maar de moleculen zijn iets minder klein.