Wat weet je nog over sondevoeding? Schrijf het op!
Slide 4 - Open vraag
Indicaties sondevoeding
somatische (lichamelijke) aandoeningen;
neurologische aandoeningen;
psychische aandoeningen.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Sondevoeding is vloeibaar
Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die een mens dagelijks nodig heeft, zoals:
koolhydraten;
eiwitten;
vetten;
vitaminen;
mineralen;
water.
Slide 7 - Tekstslide
Polymere
In polymere voeding zijn de eiwitten, vetten en koolhydraten hetzelfde opgebouwd als in normale voeding.
Het spijsverteringssysteem van de zorgvrager moet deze zelf verteren. Je kunt polymere sondevoeding dus alleen toedienen aan zorgvragers met een intact spijsverteringsstelsel.
Slide 8 - Tekstslide
Monomere
In monomere voeding zijn de eiwitten, vetten en koolhydraten al voor verteerd. Het lichaam neemt deze voeding sneller en gemakkelijker op dan polymere voeding, omdat het niet meer verteerd hoeft te worden.
Wordt vooral toegediend aan zorgvragers met problemen in het spijsverteringsstelsel. Een specifiek soort monomere voeding is oligomere voeding.
Slide 9 - Tekstslide
Situatie
Stel je voor dat je de komende vijf weken sondevoeding krijgt toegediend via een neusmaagsonde. De arts heeft gezegd dat je verder niets mag eten en drinken.
Wat zou dit voor jou betekenen op lichamelijk gebied, psychisch gebied en sociaal gebied?
Slide 10 - Tekstslide
Sociale functie van eten Sondevoeding kun je in porties of druppelsgewijs toedienen.
Bij welke wijze van toedienen is het gemakkelijker om rekening te houden met de sociale functie van eten? Motiveer je antwoord.
Slide 11 - Open vraag
Casus
Myrthe Valk is een cliënt in de gehandicaptenzorg. Zij krijgt 1000 ml sondevoeding van 08:00 tot 12:00.
Op hoeveel ml. per uur stel je de pomp in?
Slide 12 - Tekstslide
Manier van toedienen
Druppelsgewijs (continue / intermitterend)
In porties (bolus)
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Oplossing
Hoeveelheid : aantal uren = ml per uur
1000 ml : 4 uur = 250 ml per uur
Slide 15 - Tekstslide
Casus
Myrthe krijgt nu ook sondevoeding maar de pomp is kapot. Je moet nu sondevoeding geven zonder pomp. Hoe doe je dat?
Slide 16 - Tekstslide
Druppelsnelheid
1ml= 20 druppels
(met uitzondering van bloedproducten = 18 druppels per ml)
Formule:
aantal ml x 20 delen door aantal uur = het aantal druppels per uur deel je door 60 = per minuut
Slide 17 - Tekstslide
Druppelsnelheid
(aantal ml x 20) / (aantal uur x 60) = het aantal druppels per minuut
(1000 X 20) / (4 x 60) = het aantal druppels per minuut
20000 / 240 = 83,333 druppels per minuut.
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel druppels is 360 ml?
A
3600
B
1800
C
5000
D
7200
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Casus
Myrthe krijgt 2 liter sondevoeding tussen 08:00 en 18:00.
Wat is je druppelsnelheid per minuut?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Antwoord
Totale hoeveelheid= 2 liter (2000 ml)
2000x 20= 40,000 druppels.
Totaal aantal uren= 10 uur= 10x60= 600 minuten
40000 : 600 = 66,7
Slide 23 - Tekstslide
Help!!!!!
66,6667
Geen paniek!
Afronden tot 1 punt na de komma (bij sondevoeding!).