BL les 3: tussenkopjes, alinea's, deelonderwerpen, oriënterend lezen

Nederlands

Begrijpend lezen
Les 3: Alinea's, tussenkopjes, onderwerp, deelonderwerpen, oriënterend lezen

HAVO 1
 P2 2019-2020
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Begrijpend lezen
Les 3: Alinea's, tussenkopjes, onderwerp, deelonderwerpen, oriënterend lezen

HAVO 1
 P2 2019-2020

Slide 1 - Tekstslide

Vorige lessen ...

... heb je de 6 tekstdoelen geleerd.
... heb je de 6 tekstsoorten geleerd.
... heb je verschillende tekstvormen bij de tekstsoorten geleerd.
... heb je de 3 soorten publiek geleerd.


Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...

... weet je wat oriënterend lezen is. 
... weet je wat een alinea is. 
... weet je wat een tussenkopje is.
... weet je wat een onderwerp is.
... weet je wat een deelonderwerp is. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke begrippen passen op de plaats van de letters?
Tekstdoel           Tekstsoort                        Tekstvorm
A                             informerende tekst      G
uitleg geven      B                                            H
C                             beschouwende tekst   I
overtuigen         D                                            J
E                             activerende tekst           K
amuseren          F                                              L

Slide 4 - Tekstslide


Alles in 1 overzicht


Tekstdoelen
Tekstsoorten
Tekstvormen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe bepaal je: tekstdoel, -vorm en -soort? 

Slide 6 - Tekstslide

Oriënterend lezen
Wanneer? 
Als je snel wilt weten wat het tekstdoel van een tekst is en over welk onderwerp een tekst gaat. 

Wat doe je als je oriënterend leest?
  • Je bekijkt de titel, de tussenkopjes en de bronvermelding.
  • Je leest de eerste zinnen en de laatste zinnen.
  • Je bekijkt de anders gedrukte woorden en eventuele afbeeldingen.

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp en deelonderwerp
Onderwerp
In één of een paar woorden waar de hele tekst over gaat.
Onderwerp: Texel

Deelonderwerp
Een onderwerp bestaat uit verschillende deelonderwerpen
In één of een paar woorden waar een alinea over gaat.
Deelonderwerpen: sportmiddag, vogels kijken, bonte avond, Ecomare



.

Slide 8 - Tekstslide

Alinea en tussenkopje
Alinea
Een deel van de tekst met een eigen deelonderwerp. Een stukje van de tekst over een deelonderwerp.
Alinea's worden van elkaar onderscheiden door witregels, door op een nieuwe regel verder te gaan, door de tekst in te laten springen.

Tussenkopje
De titel van een alinea.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!

Pak de methode erbij.
Ga naar blz. 84 en 85
We lezen de tekst: Oefening baart kunst


Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!

Log in bij LU
Ga naar: BL les 3
Maak vraag 1 t/m 5 bij de tekst: Oefening baart kunst op blz. 84/85 van je boek.


Slide 11 - Tekstslide

1. Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

Slide 12 - Open vraag

2. Wat is de functie van de titel?
A
de lezer nieuwsgierig maken
B
het onderwerp van de tekst noemen

Slide 13 - Quizvraag

2. Vind je 'schaken' een goed tussenkopje voor alinea 2? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 14 - Open vraag

3. Wat is het deelonderwerp van alinea 3?
A
Vioolspelen
B
Het brein van een vioolspeler

Slide 15 - Quizvraag

4. Vind je 'vioolspelen' een goed tussenkopje voor alinea 3? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 16 - Open vraag

5. Vind je 'taxi' een goed tussenkopje voor alinea 4? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag!

Lees de tekst: Apengezin gestolen op blz. 86/87 van je boek.
Maak vraag 1 t/m 6 bij deze tekst. 


Slide 18 - Tekstslide

1. Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

Slide 19 - Open vraag

2. Wat is de functie van de titel?
A
de lezer nieuwsgierig maken
B
het onderwerp van de tekst noemen

Slide 20 - Quizvraag

3. Het tussenkopje 'Ver weg' past boven de alinea. Leg dit uit en gebruik twee voorbeelden uit de tekst.

Slide 21 - Open vraag

4. Wat is het tekstdoel van de tekst?

Slide 22 - Open vraag

5. Tot welke tekstsoort behoort de tekst?

Slide 23 - Open vraag

6. Wat is de tekstvorm van de tekst?

Slide 24 - Open vraag

Tot slot:
Wat zou je nog een keer uitgelegd willen krijgen?

Slide 25 - Open vraag