4.3

4.3 Afronden
Vandaag leren we afronden op decimalen en op ronde getallen.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 Afronden
Vandaag leren we afronden op decimalen en op ronde getallen.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Terug kijken
Uitleg
Oefenen
aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf 45 670 000 000 met cijfers en woorden.

Slide 3 - Open vraag

Schrijf 3,45 miljoen in cijfers.

Slide 4 - Open vraag

Afronden
Als we gaan afronden kijken we naar deze regels:
- bekijk het decimaal dat we weg gaan laten
- is het decimaal 5 of groter --> decimaal ervoor 1 hoger
- is het decimaal kleiner dan 5 --> decimaal ervoor blijft hetzelfde

Voorbeeld: 
Rond af op 2 decimalen:    5,356
3e decimaal is een 6, dus 5,356 afgerond is 5,36

Slide 5 - Tekstslide

Afronden op ronde getallen
Rond af op honderdtallen: 1549

Het cijfer 5 geeft hier de honderdtallen aan.  
Dus dan mogen we alleen kijken naar het cijfer erachter: 4

4 ligt in de regel: minder dan 5.     Dus we laten de 5 hetzelfde.
1549 afgerond op honderdtallen wordt 1500

Slide 6 - Tekstslide

Rond af op 2 decimalen:
48,595

Slide 7 - Open vraag

Rond af op geheel getal:
598,689

Slide 8 - Open vraag

Rond af op 1 decimaal:
68,239

Slide 9 - Open vraag

Rond af op duizendtallen:
76 520

Slide 10 - Open vraag

Rond af op tienduizendtallen:
478 126

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag
We gaan aan het werk met 4.3 online.

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
Rond af op geheel getal:
3,14159265

Slide 13 - Open vraag