4.3 Afronden

4.3 Afronden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeRekenenMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

4.3 Afronden

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
- huiswerk bespreken
- terugblikken 
- uitleg 4.3 Afronden
- Aan de slag!
- zelfstandig werken? opgaven: 49, 53, 55, 56, 57, 58, 59, 60 en 62 blz. 209 - 213

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken 
1. Schrijf 2,43 biljoen met alleen cijfers.


2. Schrijf 1 490 000 in cijfers en woorden

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie al over afronden?

Slide 4 - Open vraag

Regels voor afronden

Slide 5 - Woordweb

Werkschema afronden decimale getallen
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
  • Is die decimaal een 5 of hoger?
            Dan wordt het cijfer ervoor 1 hoger.
                      Dat noemen we afronden naar boven.
  • Is die decimaal kleiner dan 5?
            Dan verandert het cijfer ervoor niet.
                      Dat noemen we afronden naar beneden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe schrijf je het op?
25,95178 is afgerond op 2 decimalen 25,95

Slide 13 - Tekstslide

Rond 10,72864 af op twee decimalen

Slide 14 - Open vraag

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 10,72864 af op twee decimalen
Aanpak
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
Dat is een 8, dus afronden naar boven.
Het tweede decimaal wordt dan 1 hoger
Uitwerking
10,72864 is afgerond op twee decimalen 10,73

Slide 15 - Tekstslide

Rond 5,356 af op een geheel getal

Slide 16 - Open vraag

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 5,356 af op een gehaal getal.
Aanpak
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
Dat is een 3, dus afronden naar beneden.
Het getal voor de komma verandert niet.
Uitwerking
5,356 is afgerond op een geheel getal 5.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag met de testopgave
> Doe dit met degene naast je.
> Leg uit welke stappen je neemt.
> Schrijf beide het antwoord in je schrift.

> Klaar: ga aan de slag met de opdrachten

Slide 18 - Tekstslide

Afronden op ronde getallen
Voor het afronden op ronde getallen kijk je naar het ronde getal dat er het dichtst bij ligt. Ligt het precies in het midden, dan rond je af naar boven.

Slide 19 - Tekstslide

Rond 867 af op honderdtallen

Slide 20 - Open vraag

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 867 af op honderdtallen
Aanpak
867 ligt tussen de honderdtallen 800 en 900
Het ligt dichter bij 900
Uitwerking 
867 is afgerond op honderdtallen 900

Slide 21 - Tekstslide

Rond 45497 af op duizendtallen

Slide 22 - Open vraag

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 45497 af op duizendtallen.
Aanpak
45497 ligt tussen de duizendtallen 45000 en 46000.
Het ligt dichter bij 45000
Uitwerking
45497 is afgerond op duizendtallen 45000

Slide 23 - Tekstslide

Kan je nu zelf aan de slag?
Heb je nog vragen?
Wil je nog iets kwijt?

Slide 24 - Woordweb

Aan de slag!
Leren:
Theorie E op blz. 208 en Theorie F op blz. 211

Maken:
opgaven 49, 53, 55, 56, 57, 58, 59, 60 en 62 op blz. 209 - 213

Klaar? Kijk je werk na!
Dit is huiswerk voor vrijdag.




timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
> Doe dit met degene naast je.
> Leg uit welke stappen je neemt.
> Schrijf beide het antwoord in je schrift.

> Klaar: ga aan de slag met de opdrachten, waar je daarnet bent gebleven. Doe dit op dezelfde manier als de testopgave.

Slide 26 - Tekstslide