ordening 2

ordening 2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

ordening 2

Slide 1 - Tekstslide

Hoe oud is de aarde ongeveer?
A
3000 miljoen jaar
B
4600 miljoen jaar
C
15000 mijloen jaar
D
5000 mijljoen jaar

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van de eerste levensvorm?
A
ze hadden een celkern
B
ze leefden op het land
C
ze leefde in water en hadden geen celkern
D
ze waren meercellig

Slide 3 - Quizvraag

wat produceerde de eerste levensvormen die aan fotosynthese deden?
A
koolstofdioxide
B
water
C
zuurstof
D
ozon

Slide 4 - Quizvraag

Wat was een belangrijk kenmerk voor de eerste dieren
A
Ze konden zwemmen
B
ze konden jagen
C
ze konden drinken
D
ze konden vliegen

Slide 5 - Quizvraag

welk organisme kwam als eerste op het land
A
planten
B
gewervelden
C
dino's
D
bacteriËn

Slide 6 - Quizvraag

Waardoor waren dinosauriërs uitgestorven 65 miljoenjaar geleden
A
vulkaan uitbarsting
B
ijstijden
C
pandemie
D
meteoriet inslag

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je het als organismen een gemeenschappelijke voorouder hebben?
A
Verwant
B
niks
C
Hetzlefde
D
Broers

Slide 8 - Quizvraag

Welke organismen hebben geen celkern?
A
Schimmels
B
Dieren
C
Bacteriën
D
Planten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van eukaryoten
A
Geen celkern
B
altijd eencellig
C
Hebben een celkern
D
altijd meercellig

Slide 10 - Quizvraag

Wat hebben dierlijke cellen niet?
A
Celwand
B
cytoplasma
C
Celkern
D
Celmembraan

Slide 11 - Quizvraag

Wat is uniek aan planten cellen?
A
Celwand
B
Celkern
C
cytoplasma
D
bladgroenkorrels

Slide 12 - Quizvraag

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
celdeling
B
knopvorming
C
sporen
D
paren

Slide 13 - Quizvraag

Hoe planten gisten zich voort
A
Celdeling
B
knopvorming
C
paren
D
sporen

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebruiken meercellige schimmels om zich voort te planten
A
zweepharen
B
Eicellen
C
sporen
D
knopvorming

Slide 15 - Quizvraag

Waarvoor kan een schimmel nuttig zijn?
A
antibiotica maken
B
bereiden van voedingsmiddelen
C
opruimen van dode resten
D
helemaal niets

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kan je voedselbederf tegen gaan?
A
door het op een warme plek te leggen
B
Door het te koken en koel bewaren
C
Deksels open te laten
D
door het vochtig te maken

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van prokaryoten
A
ze hebben een celkern
B
zijn meercellig
C
zijn eencellig
D
hebben bladgroenkorrels

Slide 18 - Quizvraag

Welke bacteriën helpen bij de vertering?
A
bacteriën op je eten
B
Bacteriën in je darmen
C
bacteriën in de natuur
D
bacteriën in je mond

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kun je schimmel infecties behandelen?
A
Door antibiotica
B
door antimyotica

Slide 20 - Quizvraag

Hoe planten zaadplanten zich voort?
A
Door zaden
B
Door sporen
C
door celdeling

Slide 21 - Quizvraag

Welke planten hebben geen vaten
A
Varens
B
wieren
C
mossen
D
zaadplanten

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent symmetrie
A
Het kunnen verdelen in gelijke helften
B
het hebben van meerdere kanten
C
het niet kunnen verdelen
D
Het hebben van een hoofd en romp

Slide 23 - Quizvraag

Welk dier heeft een inwendig skelet
A
Slakken
B
Herten
C
lieveheersbeestje
D
Krab

Slide 24 - Quizvraag

Welk dier is niet symmetrisch
A
Sponzen
B
Kikkers
C
Mensen
D
Duiven

Slide 25 - Quizvraag

Welk hormoon produceren bacteriën
A
Testosteron
B
Oegosteron
C
Insuline
D
Bloed

Slide 26 - Quizvraag

wat is een warmbloedig dier
A
Vissen
B
Reptielen
C
Vogels
D
Kikkers

Slide 27 - Quizvraag

Hoe halen vissen adem?
A
Longen
B
Door de huid
C
Via hun mond
D
Via kieuwen

Slide 28 - Quizvraag

Welk kenmerk hoort bij gewervelden
A
Een uitwendig skelet wat niet kan groeien
B
Een inwendig skelet met een wervelkolom
C
Segmenten met poten
D
Een lichaam opgebouwd uit leden

Slide 29 - Quizvraag

Tot welke groep van geleedpotigen horen dieren met meer dan 10 poten
A
Veelpotigen
B
kreeftachtigen
C
spinachtigen
D
insecten

Slide 30 - Quizvraag