Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1.3 Waar komen de grondstoffen vandaan?
deel 1
Slide 1 - Tekstslide
1. Herhaling
2. Leervragen 1.3 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Slide 3 - Tekstslide
Wat is er afgesproken op de conferentie van Berlijn in 1887?
A
België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Afrika onder elkaar te verdelen.
B
Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Afrika onder elkaar te verdelen.
C
België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Azië onder elkaar te verdelen.
D
Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Azië onder elkaar te verdelen.
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn de gevolgen van de afspraken op de conferentie van Berlijn?
Europese landen bezetten.......
A
grote delen van Azië met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt met geweld in bedwang gehouden.
B
heel Afrika met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt met geweld in bedwang gehouden.
C
bezetten heel Afrika met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt geholpen zich te ontwikkelen.
D
Afrika, maar houden rekening met de woongebieden van volken, waardoor Afrika zich kan ontwikkelen.
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heten de mensen die streden voor afschaffing van de slavernij?
A
afschaffers
B
Abolieten
C
Abolitionisten
D
Patriotten
Slide 6 - Quizvraag
In welk jaar werd de slavernij in de Nederlandse kolonies afgeschaft?
A
1804
B
1814
C
1863
D
1878
Slide 7 - Quizvraag
Leervragen
uitleggen hoe de aardkorst en luchtlaag om de aarde zijn ontstaan.
Aan het eind van de les kan je...
3 zaken noemen die de geologie onderzoekt.
uitleggen wat een geologische tijdschaal is.
uitleggen wat de overgang naar een nieuw geologisch tijdperk bepaald.
de levensvormen indelen op de geologische tijdschaal.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Geologie
Geologie betekent de wetenschap over het ontstaan van de aarde.
Over de geschiedenis van de aarde is er een geologische tijdschaal.
Belangrijke perioden voor Nederland. Toen ontstonden er grondstoffen (bijv. aardolie).
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Overgang nieuw tijdperk
Komst nieuwe levensvorm.
Als eerst alleen bacteriën.
Eerste leven was in de zee.
Daarna de andere dieren.
Uiteindelijk de mens.
Slide 17 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 18 - Tekstslide
Hoe is de aardkorst ontstaan?
A
In zes dagen schept God de aarde.
B
Zo'n 4,5 miljoen jaar geleden ontstond de aarde als gloeiend hete bol. Door afkoeling verhard de bovenste laag en ontstaat de aardkorst
C
Zo'n 4,5 miljoen jaar geleden ontstond de aarde als gloeiend hete bol van binnen maar de buitenste laag is verhard en dat is de aardkorst.
D
Zo'n 4,5 miljard jaar geleden ontstond de aarde als gloeiend hete bol. Door afkoeling verhard de bovenste laag en ontstaat de aardkorst
Slide 19 - Quizvraag
Hoe is de luchtlaag rond de aarde ontstaan?
A
Op de vijfde dag schiep God de luchtlaag rond de aarde.
B
In het begin zaten er nog gaten in de aardkorst waaruit gassen als CO2 en waterdamp ontsnappen, welke de luchtlaag vormden rond de aarde.
C
In het begin zaten er nog gaten in de aardkorst waaruit gassen als methaan en waterdamp ontsnappen, welke de luchtlaag vormden rond de aarde.
D
In aarde trekt als een magneet gassen als CO2 en waterdamp aan uit het heelal, waardoor de luchtlaag rond de aarde ontstaat.
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een geologische tijdschaal?
A
Een indeling van de geschiedenis van de aarde in tijdperken.
B
Een indeling van de geschiedenis van de wereld in tijdperken.
C
Een indeling van hoe de aarde is in te schalen in het verleden en de toekomst.
Slide 21 - Quizvraag
Wat bepaald de overgang naar een nieuw geologisch tijdperk?
A
een verandering van de aardkorst
B
een nieuwe uitvinding die het leven verandert
C
Als nieuwe werelddelen ontstaan.
D
de komst van een nieuwe levensvorm
Slide 22 - Quizvraag
tijdperk van zoogdieren
tijdperk van bacteriën
tijdperk van dinosauriërs
tijdperk van de trilobieten
65 miljoen jaar geleden tot heden
250 miljoen jaar tot 65 miljoen jaar geleden
550 miljoen jaar tot 250 miljoen jaar geleden
4600 miljoen jaar tot 550 miljoen jaar geleden
Slide 23 - Sleepvraag
Aan de slag
STAP 1
Huiswerk!
Maken:
BK: bladzijde 24-25-26-27
KGT: bladzijde 26-27-28-29
Hoe?
Alleen
Vraag? Steek je vinger op
Klaar?
Goed zo!
Laat het zien aan de docent.
Daarna: Lezen in je leesboek
Vooruitblik
Grondstoffen en hoe ontstaan ze.
Slide 24 - Tekstslide
1.3 Waar komen de grondstoffen vandaan?
deel 2
Slide 25 - Tekstslide
1. Herhaling
2. Leervragen 1.3 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 26 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Slide 27 - Tekstslide
Hoe is de aardkorst ontstaan?
A
In zes dagen schept God de aarde.
B
Zo'n 4,5 miljoen jaar geleden ontstond de aarde als gloeiend hete bol. Door afkoeling verhard de bovenste laag en ontstaat de aardkorst
C
Zo'n 4,5 miljoen jaar geleden ontstond de aarde als gloeiend hete bol van binnen maar de buitenste laag is verhard en dat is de aardkorst.
D
Zo'n 4,5 miljard jaar geleden ontstond de aarde als gloeiend hete bol. Door afkoeling verhard de bovenste laag en ontstaat de aardkorst
Slide 28 - Quizvraag
Hoe is de luchtlaag rond de aarde ontstaan?
A
Op de vijfde dag schiep God de luchtlaag rond de aarde.
B
In het begin zaten er nog gaten in de aardkorst waaruit gassen als CO2 en waterdamp ontsnappen, welke de luchtlaag vormden rond de aarde.
C
In het begin zaten er nog gaten in de aardkorst waaruit gassen als methaan en waterdamp ontsnappen, welke de luchtlaag vormden rond de aarde.
D
In aarde trekt als een magneet gassen als CO2 en waterdamp aan uit het heelal, waardoor de luchtlaag rond de aarde ontstaat.
Slide 29 - Quizvraag
Wat is een geologische tijdschaal?
A
Een indeling van de geschiedenis van de aarde in tijdperken.
B
Een indeling van de geschiedenis van de wereld in tijdperken.
C
Een indeling van hoe de aarde is in te schalen in het verleden en de toekomst.
Slide 30 - Quizvraag
Wat bepaald de overgang naar een nieuw geologisch tijdperk?
A
een verandering van de aardkorst
B
een nieuwe uitvinding die het leven verandert
C
Als nieuwe werelddelen ontstaan.
D
de komst van een nieuwe levensvorm
Slide 31 - Quizvraag
tijdperk van zoogdieren
tijdperk van bacteriën
tijdperk van dinosauriërs
tijdperk van de trilobieten
65 miljoen jaar geleden tot heden
250 miljoen jaar tot 65 miljoen jaar geleden
550 miljoen jaar tot 250 miljoen jaar geleden
4600 miljoen jaar tot 550 miljoen jaar geleden
Slide 32 - Sleepvraag
Leervragen
uitleggen wat fossielen zijn en hoe ze ontstaan.
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen hoe kalksteen en zout in de bodemlaag is ontstaan.
uitleggen hoe steenkool, aardolie en aardgas zijn ontstaan.
uitleggen wat een delfstof is.
Slide 33 - Tekstslide
Fossielen
Versteende overblijfsel.
Bot, tand, schild en afdrukken van planten en dieren.
Slide 34 - Tekstslide
Ontstaan van fossielen
Als een levend wezen in korte tijd wordt begraven.
De afdrukken geven aanwijzingen over hoe het leven er vroeger uitzag.
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Delfstof
Een energiebron in de bodem die nuttig is voor de mens.
Steenkool
Kalksteen
Aardolie
Aardgas
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Kalksteen
Krijt: Nederland was een tropische zee.
Op de zeebodem stapelde kalkskeletjes van dode zeedieren zich op.
Daarom zit er nu kalksteen in de bodem in Limburg.
Slide 39 - Tekstslide
Steenkool
Tijdens het Carboon was Nederland een tropisch moeras.
Er was toen veel veen: een laag dode plantresten.
Veen verandert door druk in steenkool.
Slide 40 - Tekstslide
Aardolie
Dode resten van planten op de zeebodem.
In de loop van de tijd kwamen grote hoeveelheden zand, klei, grind over deze resten liggen. Aardlaag over aardlaag.
Door de druk van deze aardlagen steeg de temperatuur in de laag met de dode planten.
Hierdoor ontstond aardolie.
Slide 41 - Tekstslide
Aardgas
Aardgas: ontstaat uit aardolie en steenkool die onder druk staan
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Video
Afsluiting
Slide 44 - Tekstslide
Hoe zijn fossielen ontstaan?
A
Als een levend wezen verdrinkt in een meer of zee.
B
Als een levend wezen overlijd en door veen wordt bedekt.
C
Als een levend wezen in korte tijd wordt bedolven onder sneeuw.
D
Als een levend wezen in korte tijd wordt bedolven onder modder of zand.
Slide 45 - Quizvraag
Welke 2 dingen geven geologen aanwijzingen over hoe het er vroeger uitzag?
A
fossielen en kalksteen
B
bodemlagen en fossielen
C
bodemlagen en kalksteen
D
fossielen en geschreven bronnen
Slide 46 - Quizvraag
Hoe is zout in de bodemlaag ontstaan?
A
door het verdampen van zeeën.
B
door overstromingen hebben zeeën zout op de aardlaag achter gelaten.
C
Dinosauriërs aten heel veel zout voedsel en poepten dat uit over de aardlaag.
D
zout is met het ontstaan van de aardkorst in de bodemlaag terecht gekomen.
Slide 47 - Quizvraag
Hoe is kalksteen in de bodemlaag ontstaan?
A
Door langdurige regenval bleef er op de bodem kalk achter wat zich opstapelt tot kalksteen.
B
Toen in het krijt door een droogte veel dieren stierven, stapelden skeletjes zich op en vormden kalksteen.
C
Door het drinken van moedermelk bij jonge dieren, plassen jonge dieren urine met heel veel kalk uit, dit hoopt zich op in de bodemlaag.
D
Toen er in het krijt een tropische zee was in NL en op de bodem van de zee stapelden skeletjes van dode zeedieren zich op.
Slide 48 - Quizvraag
steenkool
aardgas
aardolie
Plankton sterft en zakt naar de zeebodem, waar het zich opstapelt. Het pakket plankton wordt bedekt door een laag zand en door de hoger druk verandert het in ..........
Als het plankton nog langer onder druk komt te staan veranderd het in .........
als een laag veen (ontstaan door doden planten en dierenresten op de bodem van een waterplas) onder een nieuwe bodemlaag komt te liggen, verandert het door de hoge druk in ...........
Slide 49 - Sleepvraag
Wat is een delfstof?
A
grondstoffen voor de productie van fabrieken
B
grondstoffen die uit de bodem worden gehaald
C
grondstoffen die uit en op de bodem worden gewonnen.