2. Paraveterinair in de dierenartsenpraktijk

Gezondheidszorg landbouwhuisdieren
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
paraveterinairMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Gezondheidszorg landbouwhuisdieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicijngebruik
wat weet je nog van de eerste les?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een BGP?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een BBP?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is DDD?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is UDA?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

URA

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

UDD

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke medicijnen mag een veehouder ophalen aan de balie?
A
Alleen de middelen met kanalisatiestatus UDD
B
Alle middelen met de kanalistatie status 'vrij' en 'uda'
C
Alleen de middelen die in het logboek staan
D
Alleen de middelen die in het bedrijfsbehandelplan staan

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je registreren welke middelen een veehouder ophaalt?
A
In het bedrijfsbehandelplan
B
In het bedrijfsgezondheidsplan
C
In het KoeKompas
D
In het logboek

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht- spoed
  1. Geef minimaal 5 situaties/aandoeningen waarbij de dierenarts zo snel mogelijk naar de veehouder toe moet
  2. Geef minimaal 5 situaties/aandoeningen waarbij de dierenarts niet direct, maar wel nog dezelfde dag naar de veehouder toe moet

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul hier de spoedgevallen in die je hebt genoteerd (vraag 1)

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul hier de minder spoedeisende situaties/aandoeningen in (vraag 2)

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

spoed lbh
Geboorteproblemen (mate van spoed kan wisselen)
Aderlijke en slagaderlijke bloedingen
Ernstige ademhalingsproblemen
Snel dikker wordende buik 
Niet kunnen staan/ overeind kunnen
Diepe buikwonden
Niet kunnen plassen (bok!)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen kun je een veehouder stellen bij een zieke koe om de ernst van de situatie in te schatten?

Slide 38 - Open vraag

stadium dracht (meer spoed bij hoogdrachtig)
ligt de koe? Kan deze nog overeind?

Opdracht
Wat zou je doen? 
Situatie: je bent paraveterinair in een landbouwhuisdieren praktijk en je hebt vandaag baliedienst

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is 11 uur ’s ochtends. Alle veeartsen zijn bezig met hun ingeplande visites en dus niet op de praktijk. Dan belt er een veehouder dat hij een zieke koe heeft. Welke vragen stel je deze boer om te bepalen hoe snel er iemand heen moet?

Slide 40 - Open vraag

Koe heeft 2 wk geleden gekalfd, melkgift daalt, koe staat wel, eetlust is matig, koude oren.

Nu je alle antwoorden op je vragen hebt gekregen. Hoe snel moet er een veearts naartoe en hoe pak je dit aan?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Even later belt er een schapenhouder voor hulp bij een partus. Welke vragen stel je hier om de mate van spoed te bepalen?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een melkveehouder belt op omdat zijn kalfjes (tussen 2 weken en 3 maanden oud) hoesten. Hij wil graag antibiotica ophalen voor deze dieren.

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies