Week 4 grammar past simple N2

Welcome!

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today?
- eerst krijgen jullie uitleg over de verleden tijd in het Engels
- we bespreken hoe je de regelmatige verleden tijd maakt en we bespreken hoe je de onregelmatige verleden tijd maakt.
- dan gaan we een opdracht maken over de past simple, de verleden tijd

Leerdoel: je kunt het verschil uitleggen tussen een regelmatig en onregelmatig werkwoord

Slide 2 - Tekstslide

Verleden tijd in het Engels
Regelmatige werkwoorden



work, ask, answer
Onregelmatige werkwoorden



feel, get, give

Slide 3 - Tekstslide

Regelmatig
regelmatig: --> ED achter het werkwoord
Dus work --> worked
hurry--> hurried
stop -->stopped

Pim and Nick play in the garden every day.
Pim and Nick played in the garden yesterday.
I close my eyes
I closed my eyes

Slide 4 - Tekstslide

Onregelmatig
onregelmatig: --> het werkwoord heeft zijn eigen vorm
Bijvoorbeeld: eat --> ate

I eat an apple every day.
I ate an apple yesterday

Kim and Pim draw a picture every day.
Kim and Pim drew a picture yesterday.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat kun je vertellen over de verleden tijd?

Slide 7 - Open vraag

Opdrachten (15 minuten)
Opdracht 1: Zoek de verleden tijd van deze werkwoorden op en schrijf dit op (een papiertje of Word)

go → 
say → 
do → 
come → 
have → 
stand → 
make → 
buy → 
sit → 
swim → 
speak → 
see →
write →
sing →

Opdracht 2: Je gaat nu zelf 3 zinnen schrijven in de verleden tijd. Kies de werkwoorden uit de opdracht hierboven.


Slide 8 - Tekstslide

Wat is de verleden tijd van 'get'
A
getted
B
got
C
gotten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van 'pay'?
A
paid
B
peed
C
peet

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van 'wake up'?
A
woke up
B
waked up
C
wuke up

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van 'bring'?
A
broughted
B
bringed
C
brought

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van 'play'?
A
plaid
B
played
C
pleet

Slide 13 - Quizvraag

Hoe maak je een regelmatig werkwoord in het Engels?

Slide 14 - Open vraag

Wat weet je nog over een onregelmatig werkwoord? Of kun je een voorbeeld noemen?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide