In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Spreekoefening over emoties in het Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je spreken over verschillende emoties in het Nederlands en vertellen in welke omstandigheden je die emoties voelt.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet je al over emoties uitdrukken in een tweede taal?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Emoties benoemen
Leer verschillende emoties uit te drukken in het Nederlands: blij, boos, triest, geïrriteerd, verlegen, etc.
Slide 4 - Tekstslide
Gebruik afbeeldingen om verschillende emoties te tonen en vraag studenten om de emoties te benoemen. Oefen uitspraak en intonatie.
Omstandigheden benoemen
Leer in welke omstandigheden je bepaalde emoties voelt, gebruik makend van 'wanneer' of 'als'.
Slide 5 - Tekstslide
Geef voorbeelden van situaties waarin je verschillende emoties kunt voelen, zoals blij zijn als je slaagt voor een examen of boos zijn als iemand je beledigt.
Uitbreiding: Waarom
Leer eventueel waarom je bepaalde emoties voelt in bepaalde situaties.
Slide 6 - Tekstslide
Vraag studenten om na te denken over waarom ze bepaalde emoties voelen in bepaalde situaties en moedig hen aan om dit te delen met de klas.
Uitspraak en uitbeelding
Leer de zin uit te spreken terwijl je dezelfde emotie uitbeeldt.
Slide 7 - Tekstslide
Vraag studenten om de zin uit te spreken terwijl ze de emotie uitbeelden. Moedig hen aan om hun uitspraak te oefenen en feedback te geven aan elkaar.
Oefening: Emoties raden
Speel een spel waarbij studenten emoties moeten raden door middel van uitbeelding.
Slide 8 - Tekstslide
Laat studenten om de beurt emoties uitbeelden en laat anderen raden welke emotie het is. Moedig hen aan om de zin uit te spreken die hoort bij de emotie.
Oefening: Dialoog
Oefen het voeren van een dialoog waarin emoties worden uitgedrukt.
Slide 9 - Tekstslide
Verdeel studenten in paren en laat hen een korte dialoog schrijven waarin verschillende emoties worden uitgedrukt. Moedig hen aan om hun dialoog voor de klas te presenteren en feedback te geven aan elkaar.
Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig studenten aan om hun nieuwe vaardigheden te blijven oefenen.
Slide 10 - Tekstslide
Vraag studenten om de belangrijkste punten van de les te herhalen en om te delen hoe ze hun nieuwe vaardigheden in de toekomst kunnen toepassen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.