Les 6: H2.4: het Löschental
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke landschappen kom je tegen als je van de evenaar naar het noorden gaat, tot aan de noordpool? In goede volgorde!
Slide 7 - Open vraag
Wat is een luchtstreek, en welke luchtstreken hebben we geleerd?
Slide 8 - Open vraag
De toendra ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte
Slide 9 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van een toendra?
A
Er groeien struiken
B
Er groeien veel hoge bomen
C
De winters duren 9 maanden
D
Er is permafrost aanwezig
Slide 10 - Quizvraag
Wat is "de toendra"?
A
Naaldbos in poolstreek
B
Gebied met veel landijs
C
Gebied zonder bomen in de poolstreek
D
Gebied met grassen en mossen in de gematigde streek
Slide 11 - Quizvraag
Op welke afbeelding is een Taiga te zien?
A
B
C
D
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor een bomen groeien in een Taiga?
A
Loofbomen
B
Loof- en naaldbomen
C
Naaldbomen
D
Helemaal geen bomen
Slide 13 - Quizvraag
Waarom is de toendra drassig/moerassig? Plassen in het landschap! Geef 2 redenen.
Slide 14 - Open vraag
Op welke drie plekken op de wereld vind je een 'boomgrens'?
Slide 15 - Open vraag
De staafdiagram geeft bij een klimaatdiagram de neerslag aan
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Is dit een klimaatdiagram van een plaats op hoge of lage breedte?
A
Hoge breedte
B
Lage breedte
Slide 17 - Quizvraag
Welke landschapszone
hoort bij deze klimaatdiagram?
hoort bij deze klimaatdiagram?
A
Taiga
B
Toendra
C
Woestijn
D
Steppe
Slide 18 - Quizvraag
Bekijk de klimaatdiagram.
Klik erop om deze te vergroten.
Welk antwoord beschrijft de ligging van
de plek waar de grafiek over gaat het best?
(1p)
Klik erop om deze te vergroten.
Welk antwoord beschrijft de ligging van
de plek waar de grafiek over gaat het best?
(1p)
A
dichtbij evenaar op het noordelijk halfrond
B
verder weg van de evenaar op noordelijk halfrond
C
dichtbij de evenaar op het zuidelijk halfrond
D
verder weg van de evenaar op het zuidelijk halfrond
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent Reliëf?
A
Heuvels en bergen
B
Hoogteverschillen in het landschap
C
Hoogtegordels als alpenweide
D
Rotsgordels
Slide 20 - Quizvraag
Welke hoogtegordel zie je hier?
A
Loofbos
B
Naaldbos
C
Grassen (alpenweide)
D
Gletsjer
Slide 21 - Quizvraag
De hoogtegordels op een berghelling ontstaan door verschillen in neerslag.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Wat voor hoogtegordel zie je op de achtergrond?
A
Eeuwige sneeuw
B
Rotsgordel
C
Alpenweide
D
Naaldboomgordel
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de vierde Hoogtegordel
A
Rotsgordel
B
Naalboomgordel
C
Boomgrens
D
Eeuwige sneeuw
Slide 24 - Quizvraag
Welke hoogtegordel ligt direct boven de boomgrens?
A
naaldboomgordel
B
loofboomgordel
C
rotsgordel
D
alpenweide
Slide 25 - Quizvraag
Welke hoogtegordel zie je hier op de foto?
A
Loofboomgordel
B
Naaldboomgordel
C
Alpenweiden
D
Rotsgordel
