VZS - paragraaf 3

VZS 
even herhalen....
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

VZS 
even herhalen....

Slide 1 - Tekstslide

Waarom heeft de overheid een zorgplicht (inspanningsverplichting)?
A
Vanwege het strafrecht.
B
Vanwege de sociale grondrechten.
C
Vanwege klassieke grondrechten.
D
Vanwege de Trias Politica.

Slide 2 - Quizvraag

Sociale grondrechten
  • Grondrechten waarbij de overheid een zorgplicht heeft. 
  • Overheid heeft een inspanningsverplichting.
  • Actief

Bijvoorbeeld:
  • recht op werkgelegenheid
  • recht op sociale zekerheid
  • recht op onderwijs

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de drie theorieën voor de ontwikkeling van de verzoringsstaat?

Slide 4 - Open vraag

Theorieën
De Swaan:
  • industrialisatie - interdependentie - externe effecten - collectieve-actieprobleem - verzorgingsstaat
  • De rol van de arbeidersbeweging
  • Het verheffen van de arbeiders

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de vier hoofdfuncties van de verzorgingsstaat?

Slide 6 - Open vraag

Hoofdfuncties
  • Verzorgingsfunctie
  • Verzekeringsfunctie
  • Verheffingsfunctie
  • Verbindingsfunctie

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 3
Daar gaan wij...

Slide 8 - Tekstslide

Sociale zekerheid zijn....
A
alle grondrechten samen.
B
alle ministers samen.
C
alle uitkeringen samen.

Slide 9 - Quizvraag

Uit welke twee verzekeringen bestaan sociale verzekeringen?
A
Bijstandsuitkeringen en wajong.
B
Volksverzekeringen en werknemersverzekeringen

Slide 10 - Quizvraag

Sociale verzekering
Werknemersverzekeringen:
  • uitkeringen die verplicht zijn voor alle mensen in loondienst
  • loondervingsfunctie: inkomen bij werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid
Volksverzekeringen:
  • Uitkeringen voor alle Nederlanders.

Slide 11 - Tekstslide

Welke twee functies hebben uitkeringen?
A
Minimumbehoeftefunctie en loondervingsfunctie
B
Het krijgen van gratis geld en meer vrije tijd.
C
Het oplossen van armoede en bestaanszekerheid.

Slide 12 - Quizvraag

Uitkeringen met een loondervingsfunctie hebben de equivalentiebeginsel. Wat is dit beginsel?

Slide 13 - Open vraag

Equivalentiebeginsel
Hoe meer premie je betaald, hoe hoger je uitkering is. 
Er is sprake van een evenredigheid tussen de hoogte van de betaalde premie en de hoogte van de ontvangen uitkering. 

Slide 14 - Tekstslide

Uitkeringen met een minimumbehoeftefunctie hebben het solidariteitsbeginsel. Wat is dit beginsel?

Slide 15 - Open vraag

Solidariteitsbeginsel
Hoe hoger je inkomen des te meer belasting of premie je betaald. Je ontvangt geen hogere uitkering.
Je bent dan solidair met mensen  met een lager inkomen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een werknemersverzekering en een volksverzekering?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het doel van sociale voorzieningen?
A
Dat burgers belasting betalen.
B
Dat wij zeker weten dat deze mensen werk zoeken.
C
Dat niemand onder het sociale minimum komt.

Slide 18 - Quizvraag

Bij welke twee hoofdfuncties van de verzorgingsstaat hoort sociale zekerheid?
A
Verzorgingsfunctie
B
Verzekeringsfunctie
C
Verheffingsfunctie
D
Verbindingsfunctie

Slide 19 - Quizvraag

Infographic
Ga verder met waar je vorige week was geëindigd.
Pak de opdrachtenformulier erbij en probeer zoveel mogelijk te komen. 

Slide 20 - Tekstslide