Onderdeel 3 Cursus 7 spelling paragraaf 4 leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Spelling paragraaf 3:

 leestekens: 
dubbele punt en aanhalingstekens 
Welkom!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spelling paragraaf 3:

 leestekens: 
dubbele punt en aanhalingstekens 
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat we doen:
  • Bespreken Lesdoel cursus 7 paragraaf 3
  • Uitleg gebruik van dubbele punt en aanhalingstekens
  • Aan de slag: boek Nieuw Nederlands en Numo

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Na de les:
-Kan ik de leestekens 'dubbele punt' en 'aanhalingstekens' op de juiste manier gebruiken. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom worden leestekens gebruikt in een tekst?

Slide 4 - Open vraag

Waarvoor worden aanhalingstekens gebruikt?

Slide 5 - Open vraag

Doelstellingen:
  • Je leert leestekens op de juiste manier gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Leestekens
Je gebruikt leestekens om een tekst beter leesbaar te maken. Naast punten, komma’s, vraagtekens en uitroeptekens zijn er nog meer leestekens, zoals

- Dubbele punt
- Aanhalingstekens

Slide 7 - Tekstslide

Dubbele punt
Een dubbele punt gebruik je op twee manieren.

1. als je iets aankondigt of opsomt
Ik kreeg een aantal cadeautjes: scheenbeschermers, kousen en een trainingsjack.

2. als je iemand citeert
Jasper zei: ‘Overmorgen ben ik jarig.’(citaat)





Slide 8 - Tekstslide

Aanhalingstekens
Als je iemands woorden precies opschrijft zoals hij ze uitsprak, gebruik je ook een dubbele punt. Dat heet een citaat. Je kondigt het citaat aan met een dubbele punt. Je zet de woorden die gezegd zijn tussen aanhalingstekens. Het citaat begint altijd met een hoofdletter.

Danique vroeg: ‘Wie heeft zin in een potje voetbal?’

Let op: als een citaat vooraan in de zin staat, gebruik je geen dubbele punt. Wel komt er een komma na het citaat en het aanhalingsteken.
‘Overmorgen ben ik jarig’, zei Jasper.
‘Wie heeft zin in een potje voetbal?’, vroeg Danique.



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Zelfstandig werken

Wat ga je doen? (25 minuten)
Opdracht 2 t/m 6 in het boek van Nederlands. 

Niet af? Dan is het huiswerk!

Numo (30 minuten)
Spelling - Taak - Dubbele punt en aanhalingstekens 


Slide 11 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we een dubbele punt?

Slide 12 - Open vraag

Wanneer gebruiken we aanhalingstekens ?

Slide 13 - Open vraag

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Vragen?

Slide 15 - Open vraag