H3 herhaling Spreekwoorden en gezegdes

spreekwoorden en gezegdes
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

spreekwoorden en gezegdes

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
"Wat de boer niet kent dat....."
Vul aan.
Hoe noem je zulke uitspraken ook al weer?
Wat betekent bovenstaande uitspraak?

Slide 2 - Tekstslide

Welke spreekwoorden ken je zelf?

Slide 3 - Woordweb

We gebruiken spreekwoorden en gezegden om iets duidelijk te maken in een soort woordgrapje.
We zeggen iets dat niet letterlijk bedoeld is, maar figuurlijk. 
bv: Een open deur intrappen. Dit kan niet letterlijk. Hier wordt bedoeld dat er onnodig moeite wordt gedaan.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent "De hond in de pot vinden?"
A
Ik vind het eten vies
B
Thuis komen en alles is al op
C
Iets kwijt zijn en op gekke plaatsen zoeken
D
De hond in de pot is een recept uit China

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent "Je vingers erbij aflikken"
A
Streng op iemand letten
B
Honger hebben
C
Iets heel graag lusten
D
Niet weten hoe iets moet

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de betekenis van "Boontje komt om zijn loontje?"
A
Iemand wil meer geld
B
Hij wil alles zelf doen
C
Hij kan er niks aan doen
D
Eigen schuld, dikke bult

Slide 10 - Quizvraag

Het zelf doen
Schijnheilig
In de war zijn
Heilig boontje

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is een oorvijg?
A
Een klap
B
Een sieraad
C
Een fruitsoort
D
Een beestje dat in oren kruipt

Slide 12 - Quizvraag

Wat is komkommertijd?
A
Tijd voor een tussendoortje
B
Dan worden ze geoogst
C
Periode van weinig nieuws
D
In augustus als de komkommers goedkoper zijn

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een oogappel?
A
Favoriet/lieveling
B
Een blauw oog
C
Het kompres dat je op een blauw oog doet
D
Een appelsoort

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

spreekwoorden / uitdrukkingen
Spreekwoorden en uitdrukkingen = 
 zinnen of woorden met  een speciale betekenis.

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel. (spreekwoord)

Lida maakt van een mug een olifant. (uitdrukking)

Slide 16 - Tekstslide

Spreekwoorden
De hond in de pot vinden

Dit betekent niet echt dat er een hond in de pot zit. 
Het  betekent: je bent te laat voor het eten en alles is op.

--> figuurlijk taalgebruik

Slide 17 - Tekstslide

ND 14-1-2021
Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn nog heel actueel.

Slide 18 - Tekstslide

Uitdrukkingen hebben een ........ betekenis.
A
figuurlijke
B
letterlijke

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb er een hard hoofd in of ik dit jaar ga slagen voor mijn eindexamen.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 20 - Quizvraag

De vakantie is in kannen en ....
A
pannen
B
vazen
C
kruiken
D
potten

Slide 21 - Quizvraag

Die opmerking van jou raakt kant noch ............
A
verstand
B
land
C
wal
D
schip

Slide 22 - Quizvraag

In het paleis was het allemaal pracht en ................
A
macht
B
goud
C
praal
D
zilver

Slide 23 - Quizvraag

Hij groeide op voor galg en ...
A
rad
B
molen
C
wagen
D
wiel

Slide 24 - Quizvraag

Onkruid vergaat niet. 
Dat is hem een doorn in het oog.

De bloemetjes buiten zetten.
Als een donderslag bij heldere hemel. 
Slechte mensen leven doorgaans het langst
Dat stoort hem erg.
Veel plezier maken.
Een ongename verrassing.

Slide 25 - Sleepvraag

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
H5 blz. 120 maken 1 en 2

Slide 27 - Tekstslide