Tussenletters en samengestelde woorden

Wat is een samengesteld woord?
1 / 29
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is een samengesteld woord?

Slide 1 - Open vraag

Welke tussenletters in samengestelde woorden ken je?

Slide 2 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een samengesteld woord met een tussenletter

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Wat is de juiste schrijfwijze van
A
hondehok
B
hondenhok

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist?
A
aspergessoep
B
aspergesoep
C
aspergensoep

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist?
A
rode kool
B
rodenkool
C
rodekool

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
A
kippesoep
B
kippensoep

Slide 8 - Quizvraag

Wat is juist?
A
gedaantenverwisseling
B
gedaanteverwisseling

Slide 9 - Quizvraag

Wat is juist?
A
prinsesseboontjes
B
prinsessenboontjes

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?
A
hartelust
B
hartenlust

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Stationstraat
B
Stationsstraat

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Dorpstraat
B
Dorpsstraat

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?
A
alleszinds
B
allezins
C
alleszins

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?
A
dorpscafe
B
dorpscafé
C
dorpcafé

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?
A
reuzenleuk
B
reuzeleuk

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist?
A
reuzesprong
B
reuzensprong

Slide 17 - Quizvraag

Wat is juist?
A
vwo-diploma
B
VWO-diploma
C
vwodiploma

Slide 18 - Quizvraag

Wat is juist?
A
oudleerling
B
oud-leerling

Slide 19 - Quizvraag

Wat is juist?
A
locoburgemeester
B
loco-burgemeester

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist?
A
semioverheid
B
semi-overheid

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?
A
kant-en-klare oplossing
B
kantenklare oplossing

Slide 22 - Quizvraag

Wat is juist?
A
zee-eend
B
zeeëend
C
zeeeend

Slide 23 - Quizvraag

Wat is juist?
A
lange-termijnplanning
B
lange-termijn-planning
C
langetermijnplanning

Slide 24 - Quizvraag

Wat is juist?
A
gebruik maken
B
gebruikmaken

Slide 25 - Quizvraag

Wat is juist?
A
roodwitte vlag
B
rood-witte vlag

Slide 26 - Quizvraag

Wat is juist?
A
waarover
B
waar over

Slide 27 - Quizvraag

Wat is juist?
A
huis-aan-huis-blad
B
huisaanhuisblad
C
huis-aan-huisblad

Slide 28 - Quizvraag

Opdrachten 

Maak nu opdrachten 1-8 van Starttaal 3F, thema 3 Lifestyle

H3.1 Samenstellingen en H3.2 Tussenletters

Slide 29 - Tekstslide