Erfelijke eigenschappen > eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen - genotype > vastgelegd in DNA - fenotype > uiterlijk > hoe een eigenschap eruit ziet (bijv. kleur haar of ogen)
11.2 Weet je nog?
Mitose?
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen §11.3
Je kunt de begrippen dominant gen, recessief gen, homozygoot en heterozygoot uitleggen.
Je kunt de begrippen dominant gen, recessief gen, homozygoot en heterozygoot tekenen en herkennen in een afbeelding en kruisingsschema.
Je kunt het begrip intermediair uitleggen, tekenen en herkennen in een afbeelding en kruisingsschema.
Slide 4 - Tekstslide
11.1 Eigenschappen en chromosomen
Wat zijn erfelijke eigenschappen?
Eigenschappen > alle kenmerken van een organisme
Erfelijke eigenschappen > eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen - genotype > vastgelegd in DNA - fenotype > uiterlijk > hoe een eigenschap eruit ziet (bijv. kleur haar of ogen)
Er zijn altijd twee genen verantwoordelijk voor de erfelijke eigenschap. één van de moeder + één van de vader.
Bij genen wordt gebruik gemaakt van de termen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief.
Homozygoot = twee dezelfde genen
Heterozygoot = twee verschillende genen
Een dominant gen geef je aan met een hoofdletter.
Een recessief gen geef je een kleine letter.
§11.3 Je lijkt op ....
Homozygoot
AA of aa
Heterozygoot
Aa
Dominant
A
Recessief
a
Dominant betekent overheersend.
Recessief betekend onderdrukt.
Slide 5 - Tekstslide
11.1 Eigenschappen en chromosomen
Wat zijn erfelijke eigenschappen?
Eigenschappen > alle kenmerken van een organisme
Erfelijke eigenschappen > eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen - genotype > vastgelegd in DNA - fenotype > uiterlijk > hoe een eigenschap eruit ziet (bijv. kleur haar of ogen)
Belangrijk is dat je een letter gebruikt waar de hoofdletter niet op de kleine letter lijkt, bijv. Cc, Jj of Oo. Goede letters zijn Aa, Bb, Dd, Ee, Hh, etc.
Voorbeeld oogkleur:
- BB is homozygoot dominant (gelijke genen en dominant / bruin X bruin)
- Bb is heterozygoot (verschillende genen / bruin X blauw)
- bb is homozygoot recessief (gelijke genen en recessief / blauw X blauw)
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag
Wat? Maken: opdracht 1 t/m 25 van §11.1
Hoe? Blz. 84 t/m 94
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Dan kies je uit één van de onderstaande mogelijkheden.
Nakijken opdrachten van 11.1 + 11.2
Nakijken opdracht 1 t/m 10 van 11.3
Lezen: bladzijde 109 t/m 111
Opdracht 11 t/m 15 van 11.3 maken
timer
1:00
Slide 9 - Tekstslide
Afsluiten
Leerdoelen herhalen
Vragen?
Volgende les
Opruimen
Fijne dag!
Slide 10 - Tekstslide
Lesplanning
leerdoelen §11.3
uitleg §11.3
aan de slag
afsluiten
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen §11.3
Je kunt de begrippen dominant gen, recessief gen, homozygoot en heterozygoot uitleggen.
Je kunt de begrippen dominant gen, recessief gen, homozygoot en heterozygoot tekenen en herkennen in een afbeelding en kruisingsschema.
Je kunt het begrip intermediair uitleggen, tekenen en herkennen in een afbeelding en kruisingsschema.
Slide 12 - Tekstslide
11.1 Eigenschappen en chromosomen
Wat zijn erfelijke eigenschappen?
Eigenschappen > alle kenmerken van een organisme
Erfelijke eigenschappen > eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen - genotype > vastgelegd in DNA - fenotype > uiterlijk > hoe een eigenschap eruit ziet (bijv. kleur haar of ogen)
Als beide genen even sterk zijn, dan
hebben ze evenveel invloed op het uiterlijk.
Er ontstaat dan een tussenvorm.
Dit noem je een intermediair fenotype.
Bij intermediair heb je geen dominant en recessief gen.
Genen kun je niet aangeven met een hoofdletter
en een kleine letter.
Wat wel? Grote letter voor de eigenschap (bijv: veerkleur)