H1: Zorgvragers in de GGZ

Thema 1: Oriëntatie op de GGZ

H1: Zorgvragers in de GGZ




Welkom!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Oriëntatie op de GGZ

H1: Zorgvragers in de GGZ




Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Beschrijf in ¼ A4 hoe jij tegen mensen met
psychische klachten aankijkt. Heb je ervaringen? Zou jij in de psychiatrie willen werken?

Motiveer je antwoord!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgvragers met een psychiatrische stoornis

Wanneer is er volgens jou sprake van een psychiatrische stoornis? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Er is sprake van een psychiatrische stoornis als je psychologische functies afwijkend functioneren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychologische functies

Voelen
Denken
Waarnemen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychisch of psychiatrisch?
Wanneer er gesproken wordt over psychisch kan het gaan over zaken die met je geest te maken heeft, maar niet noodzakelijk een psychiatrische stoornis zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychiatrisch; zaken die het dagelijks leven van mensen verstoren en waarbij het soms nodig is om een behandeling te ondergaan met bijv. medicatie 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld; persoonlijkheidsstoornissen, ADHD, autisme
Wat versta jij onder afwijkend gedrag?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Wie bepalen afwijkend gedrag?


*Huisarts
*Praktijkondersteuner van de huisarts
psychiater
Naasten ( familie, vrienden)
De zorgvrager zelf

*Het oordeel van de huisarts of psychiater is een klinisch oordeel 
of medische diagnose

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wanneer is gedrag afwijkend?


- Het gedrag wijkt af van de sociale norm
- Het gedrag heeft ongemak, lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de zorgvrager zelf of omgeving
- De zorgvrager kan zich niet anders gedragen dan hij doet
- De kenmerken van het afwijkende gedrag zijn te herkennen en te ordenen binnen het DSM-5 model

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe kun jij iemand benaderen met afwijkend gedrag? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mogelijke oorzaken van een psychiatrische stoornis


- Biologische invalshoek
- Psychologische invalshoek
- Magische of religieuze invalshoek
- Biopsychosociale invalshoek

Slide 12 - Tekstslide

Het is altijd belangrijk om eerst op zoek te gaan naar de oorzaken van afwijkend gedrag.

beginnen b vz- na meivakantie

Biologische benadering

De behandelaar gaat ervan uit dat gedrag het eindproduct is van de hersenen

De hersenen functioneren niet goed als gevolg van;
- erfelijke factoren
- afwijkingen in de hersenen
- niet goed functioneren van neurotransmitters
- problemen met de hormoonproducerende cellen in de hersenen


Behandeling bestaat meestal uit: medicatie, elektroconvulsietherapie, operatie of TMS

Slide 13 - Tekstslide

TMS: magnetische stimulatie van de hersenen
Psychologische benadering
De behandelaar gaat ervan uit dat afwijkend gedrag de uitdrukking is van iemands psychologisch beleven en leven

Afwijkend gedrag ontstaat door alles war zich aan spanningen afspeelt binnen de persoonlijkheid (psychisch functioneren) 

Achter gedrag schuilt altijd bewuste of onbewuste motieven. Denk aan:
- Emoties
- Angsten
- Wensen
- Doelen


Slide 14 - Tekstslide

Behandelmethoden: psychotherapie, cognitieve therapie of gedragstherapie.

Psychotherapie; bewustwording van verborgen gevoelens en gedachten
Cognitieve therapie; overwegend gesprekstherapieën om gedachten en gebeurtenissen anders uit te leggen
Gedragstherapie; richt zich op het afleren van aangeleerde gedragselementen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal-culturele benadering
De behandelaar gaat ervan uit dat gedrag het resultaat is van de interactie tussen de zorgvrager en zijn leefwereld

Het ontstaan van afwijkend gedrag wordt toegeschreven aan de directie omgeving van de zorgvrager

- invloeden van familie-gezinssituatie die uit balans is
- communicatieproblemen binnen het gezin
- Langdurige werkeloosheid
- armoede

Slide 16 - Tekstslide

systeemtherapie; het hele gezin moet hierin mee betrokken worden.
Magische of religieuze behandeling

De behandelaar gaat ervan uit dat de oorzaak van afwijkend gedrag ligt in buitenaardse machten en krachten

Een onbegrijpelijke en ongrijpbare boze geest of kracht bezit neemt van iemand

Behandeling is gericht op het gunstig stemmen of uitdrijven van (boze) geesten of krachten
- muziek
- dans 
- gebed
- gebruik van formules en rituelen

Slide 17 - Tekstslide

Mogelijk de oudste verklaring voor het ontstaan van psychiatrische klachten.
Biopsychosociale benadering






   Gecombineerde behandelingsmethoden
   om tot een goed resultaat te komen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DSM-5
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders

Classificatiesysteem voor psychiatrische stoornissen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is classificeren? 
Orde scheppen


Je houd overzicht op de werkelijkheid 
waarin je leeft

Slide 20 - Tekstslide

iedereen doet hier de hele dag aan mee! 
DSM-5

DSM-5 beschrijft psychiatrische stoornissen
- opsomming van afwijkend gedrag, gedachten en emoties

Er worden GEEN oorzaken en behandeling beschreven

Slide 21 - Tekstslide

Je moet DSM 5 zien als handboek voor het stellen van een diagnose
20 algemene categorieën binnen DSM 5
- Neurologische ontwikkelstoornissen
- Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen
- Bipolaire-stemmingsstoornissen
- Depressieve stoornissen
- Angststoornissen
- Obsessief- compulsieve en verwante aandoeningen
- Psychotrauma- en stressgerelateerde stoornissen
- Dissociatieve stoornissen
- Somatisch-symptoom stoornissen
- Voedings- en eetstoornissen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

20 algemene categorieën binnen DSM 5
- Stoornissen in de zindelijkheid
- Slaap en waakstoornissen
- Seksuele disfuncties
- Genderdysforie
- Verstoorde impulscontrole en gedragsstoornissen
- Middelen gerelateerde stoornis en verslavingsstoornis
- Neurocognitieve stoornissen
- Persoonlijkheidsstoornissen
- Parafiele stoornissen
- Overige stoornissen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:

- Zelfstudie GGZ deel 1 H2.1 t/m 2.3

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies