GGZ : H1 Zorgvragers in de GGZ

Welkom!



MV GHZ/GGZ 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!



MV GHZ/GGZ 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les;


- Ken je de invalshoeken voor het verklaren van psychiatrisch gedrag 
- Kun je uitleggen wanneer er sprake is van gestoord gedrag 
- Weet je waar de DSM-5 voor is bedoeld 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychiatrische stoornis

Er is sprake van een psychiatrische stoornis als je psychologische functies zoals voelen, denken of waarnemen, afwijkend functioneren



Afwijkend of gestoord gedrag is het belangrijkste kenmerk van een psychiatrische stoornis!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder afwijkend gedrag?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepalen afwijkend gedrag?
De zorgvrager zelf

De zorgvrager kan, door zichzelf te vergelijken met anderen, tot het oordeel komen dat zijn gedrag afwijkend is. Hij/zij merkt niet in staat te zijn om op dezelfde manier te leven als anderen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepalen afwijkend gedrag?


Willem doet onbegrijpelijke uitspraken over astrologische invloeden, trekt zich veel terug op zijn kamer en verzorgt zichzelf slecht. Soms zit hij zacht in zichzelf te praten. Zijn ouders kennen Willem niet meer terug. Ze hebben het gevoel dat ze geen contact meer met hem kunnen krijgen. Hij is zo veel veranderd. Ze voelen zich onzeker en maken zich ernstig zorgen


Omgeving; familie of vrienden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepalen afwijkend gedrag?

Huisarts en psychiater

Klinisch oordeel of medische diagnose

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is gedrag een symptoom van een stoornis?

- Het gedrag van de zorgvrager wijkt af van de sociale norm
- Het gedrag heeft ongemak , lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de zorgvrager zelf of zijn omgeving
- De zorgvrager kan zich niet anders gedragen dan hij doet
- De kenmerken van het afwijkende gedrag zijn te herkennen en te ordenen binnen het diagnostisch model van de psychiatrie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat afwijkend gedrag?

- Niet goed kunnen functioneren van de hersenen (biologische invalshoek)
- Iemands psychologisch beleven en leven (psychologische invalshoek)
- Functioneren van het sociale systeem en/of culturele achtergrond (sociaal-culturele invalshoek)
- Onbegrijpelijke en ongrijpbare boze geesten of krachten die bezit van iemand nemen (magische of religieuze invalshoek)
- Combinatie van het niet goed functioneren van de hersenen, het psychologisch beleven en het sociale systeem

Slide 9 - Tekstslide

De invalshoek bepaald ook in grote mate de keuze voor behandeling. Vanuit de biologische invalshoek kiest een behandelaar bijv. vooral een behandeling met medicatie. 
Psychologisch: gesprek/gedragstherapie
Religieus of magisch wordt in nederland niet benaderd.
Biopsychosociale benadering

Slide 10 - Tekstslide

Deze 3 factoren;
Oorzaak voor het ontwikkelen van een psychiatrische stoornis
Elkaar ondeling kunnen ze beïnvloeden
DSM-5
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders

Classificatiesysteem voor psychiatrische stoornissen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is classificeren? 
Orde scheppen


Je houd overzicht op de werkelijkheid 
waarin je leeft

Slide 12 - Tekstslide

iedereen doet hier de hele dag aan mee! 
DSM-5

DSM-5 beschrijft psychiatrische stoornissen
- opsomming van afwijkend gedrag, gedachten en emoties

Er worden GEEN oorzaken en behandeling beschreven

Slide 13 - Tekstslide

Je moet DSM 5 zien als handboek voor het stellen van een diagnose
20 algemene categorieën binnen DSM 5
- Neurologische ontwikkelstoornissen
- Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen
- Bipolaire-stemmingsstoornissen
- Depressieve stoornissen
- Angststoornissen
- Obsessief- compulsieve en verwante aandoeningen
- Psychotrauma- en stressgerelateerde stoornissen
- Dissociatieve stoornissen
- Somatisch-symptoom stoornissen
- Voedings- en eetstoornissen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

20 algemene categorieën binnen DSM 5
- Stoornissen in de zindelijkheid
- Slaap en waakstoornissen
- Seksuele disfuncties
- Genderdysforie
- Verstoorde impulscontrole en gedragsstoornissen
- Middelen gerelateerde stoornis en verslavingsstoornis
- Neurocognitieve stoornissen
- Persoonlijkheidsstoornissen
- Parafiele stoornissen
- Overige stoornissen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Schrijf met elkaar op wat er binnen de 20 algemene categorieën valt in DSM-5

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies