Quiz Z&W

Quiz
ZORG & WELZIJN
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quiz
ZORG & WELZIJN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandwond 2e graads
Bijtwond
Snijwond
Schaafwond
Brandwond 1e graads

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn geschreven regels?:
A
Je mag doen waar je zin in hebt
B
Regels die vastgelegd zijn, zoals wetten.
C
Je ouders bepalen deze regels
D
Een liedje

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is formeel taalgebruik
A
met elkaar praten over dagelijkse dingen
B
Netjes met elkaar praten, met u aanspreken.
C
Informatie gevene
D
praten met je gezicht

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Objectief?

A
Hoe het werkelijk is (een feit)
B
Een mening
C
Verslag schrijven
D
Hoe iemand ergens over denkt

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier op de foto?
A
Schommelstoel
B
Multifunctionele rollator
C
Bloeddruk meter
D
Tillift

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is efficiënt werken?
A
Dat je met zo min mogelijk middelen een zo groot mogelijk resultaat haalt
B
Dat met zo min mogelijk geld een zo groot mogelijk resultaat haalt
C
Dat je met zo min mogelijk tijd een zo groot mogelijk resultaat haalt
D
Dat je met zo min mogelijk tijd, geld en middelen een zo groot mogelijk resultaat haalt

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als er veel kalk zit in water, dan is de hardheid
A
Hoog
B
Laag

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is belangrijk om de gevarensymbolen op de verpakkingen van reinigingsmiddelen te begrijpen. Sleep de juiste tekst naar het juiste gevarensymbool.
Bijtend
Giftig
Ontvlambaar
Oxiderend
Lange termijn gezondheidsgevaar
Schadelijk voor aquatisch milieu

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Textiel is
A
Een kledingstuk met polyester
B
(geweven) Stof
C
Een wasmiddel op biologische wijze
D
Een kledingstuk voor kinderen vanaf 4

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een zorgdossier
A
rapporteer je alles over de zorgvrager wanneer je hem/haar verzorg hebt.
B
rapporteer je alles van wat er die dag gebeurt is
C
rapporteer je wat de zorgvrager vandaag gegeten heeft
D
rapporteer je wat de zorgverlener vandaag gedaan heeft

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken?
Reuma
Dementie
Diabetes
Parkinson
Beroerte
ontstoken 
gewrichten
herseninfarct
insuline tekort
schuifelend lopen
& veel beven
vergeetachtig

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is empathie?
A
contact gestoord
B
inlevingsvermogen
C
sociaal gedrag
D
inspanning

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verbaal
non-verbaal

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op een behandelingsetiket?
A
Van welk materiaal het textielproduct gemaakt is
B
Hoe belangrijk het is om dit product te wassen.
C
Hoe te behandelen tijdens het wassen
D
Hoe het textiel samengesteld is

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn het open of gesloten vragen? 
OPEN
GESLOTEN
Doet u vandaag ook mee met de spinning-les? 
Hoeveel lessen volgt u per week? 
Waarom bent u vorige week niet komen sporten? 
Vind u de sportlessen leuk?
Waarom volgt u sportlessen?
Wat vind u van de sportinstructeur?
Waar krijgt u last van bij het sporten?

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvraag:
25% van 500 =
A
100
B
125
C
75
D
150

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvraag: Hoeveel is 40% van 120
A
40
B
48
C
52
D
60

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dosering?
A
Een maatbeker
B
Een diamanten ring
C
De hoeveelheid van iets
D
Een sieraden doosje

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfzorg
mantelzorg
eerstelijns 
zorg

tweedelijns
zorg
hoestdrank kopen bij de drogist
je laat de hond uit van je zieke buurvrouw
Je gaat naar de huisarts voor een blaasontsteking
je moet naar de KNO arts voor controle voor je astma

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat mag je niet doen bij een brandwond?
A
Zalf op smeren
B
Koelen met lauw water

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde van eerste hulp?
1
2
3
4
5
Let op gevaar.
Schakel professionele hulp in.
Ga na wat er gebeurd is.
Verleen eerste hulp.
Stel het slachtoffer gerust.

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent diagnose
A
Tijd tussen besmetting en ziekte verschijnselen
B
Overbrengen van micro-organismen
C
Klachten
D
Vaststellen van een aandoening/ziekte

Slide 23 - Quizvraag

Incubatietijd:
Tijd tussen besmetting en ziekteverschijnselen
Besmetting:
Overbrengen van micro-organismen (bacteriën van de ene plaats naar de andere plaats
Symptomen:
Verschijnsel, kernmerk en/of klacht van de ziekten
Diagnose:
Vast stellen van een aandoening door een specialist


Wat is incubatietijd?
A
De tijd dat iemand ziek is
B
De tijd tussen besmetting en ziek worden.
C
De tijd dat iemand besmettelijk is
D
De tijd tussen besmetting en genezing

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Immuun zijn betekent dat je de ziekte nooit meer kan krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoeveel ml is 10 dl
A
100
B
1000
C
1
D
10

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9a: Horen de woorden bij objectief of subjectief?
subjectief
objectief
feitelijk
bevooroordeeld
gekleurd
neutraal
onpartijdig
partijdig
persoonlijk
vooringenomen
zakelijk

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is formeel taalgebruik
A
met elkaar praten over dagelijkse dingen
B
Netjes met elkaar praten, met u aanspreken.
C
Informatie gevene
D
praten met je gezicht

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Objectief?

A
Hoe het werkelijk is (een feit)
B
Een mening
C
Verslag schrijven
D
Hoe iemand ergens over denkt

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier op de foto?
A
Schommelstoel
B
Multifunctionele rollator
C
Bloeddruk meter
D
Tillift

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies