Maatwerk Brugklas week 10-25

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Maatwerk Frans week 10

Bonjour!

Lesdoelen

Na deze les ben je klaar voor het MO

In deze les werken we aan 

• handige zinnen en
  woorden en
  voorzetsels
• uitspraak
• beschrijven kamer - goeie zinnen maken

Voor het MO gebruik je vooral:

Unité 4: Apprendre 1-6-7(5-6)-8-10

We gaan eerst de voca oefenen

de stoel

de tafel

de kast

de televisie

de bank

het bed

het raam

la fenêtre

la table

la chaise

l'armoire

le lit

la télé

le canapé

la prononciation (1)

1. l'entrée
2. la porte
3. l'étage
4. la chambre
5. la fenêtre
6. l'armoire
7. la chaise
8. la table
9. le lit
10. à gauche (de)

1. le désordre
2. contre
3. moyen, moyenne
4. dommage
5. c'est ça
6. le bureau
7. claire
8. les affaires
9. ranger
10. à droite (de)

1. par terre
2. le canapé
3. les vêtements
4. malheureusement
5. la vue
6. le rez-de-chaussée
7. le grenier
8. le chat
9. le chien
10. au fond
11. extraordinaire

la prononciation (2)

de voorzetsels

1. dans
2. sur
3. sous
4. derrière
5. à coté de
6. devant

devant

entre

dans

derrière

sur

sous

à côté de

Hoe zeg je in het Frans ook alweer
"In mijn kamer staat/ligt/is"?

1. Dans ma chambre c'est
2. Sur mon chambre c'est
3. Dans mon chambre il y a
4. Dans ma chambre il y a

Vertaal: De slaapkamer is groot.

Vertaal:
In de slaapamer is een bed.
Naast het bed staan een kast en een bureau.

Vertaal: De kat zit (is) op het tapijt.

Onder het raam is een bureau. De stoel is voor het bureau.

1. Elle est comment, la chambre ?
2. Tu as quels meubles dans la chambre ?
3. Où est le lit? 
4. Et où est la chaise ?
5. Et où sont les chaussures? (ze zijn in de kast)
6. Tu as aussi des jeux vidéo ? Oui, (ze zijn onder de tv)

Beschrijf nu aan je buur...:

• de kamer
• jouw buur let goed op
• of alles duidelijk is
• of je je houdt aan de afspraken (zie opdracht)
• en geeft jou feedback

Ik ben ... klaar voor het MO Frans

helemaal

bijna

nog lang niet

nooit

Dit ga ik nog goed oefenen ....

Pak nu rustig je tas in.

Wacht op je stoel tot de bel gaat.

Schuif dan je stoel aan en verlaat het lokaal.

• voca en zinnen
• la prononciation
• parler - voorzetsels et la chambre
• zelfstandig werken (ontkenning, werkwoord aller)

Le but: à la fin de ce cours:

• ben ik klaar voor het MO- beschrijf een slaapkamer
• heb ik zelfstandig gewerkt aan grammatica onderdelen

Vertaal naar het Nederlands:
Dans la chambre est une armoire.

Sur la table

Dans le lit

Sous la chaise

Je vois une armoire à droite.

Overdrijf de uitspraak!

Entre la fenêtre et le canapé

Contre le mur

À côté du bureau

Au centre de la chambre

Au travail - zelfstandig

Classroom: oefeningen over 

- werkwoorden être, avoir, aller

- de ontkenning

18 februari