24/25 4 maart

Planning
-écouter
- la grammaire (bezittelijk vnw, ontkenning)
- la prononciation / parler
- zelfstandig werken
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning
-écouter
- la grammaire (bezittelijk vnw, ontkenning)
- la prononciation / parler
- zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Ta chambre est à quel étage?
Ma chambre est au.....

Slide 3 - Tekstslide

Elle est comment, ta chambre?
Grande
Petite

Slide 4 - Tekstslide

Quelle est ta pièce préférée?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents           J'aime mes parents.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Mon
Ma
Mes
tante
grand-père
copains
soeur
cousins
oncle
Grand-mère
famille
frère

Slide 9 - Sleepvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre.
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) bureau est pratique
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 11 - Quizvraag

(mijn) armoire est grand
A
ma
B
mes
C
mon

Slide 12 - Quizvraag

A: Wat is in deze zin de persoonsvorm?
B: maak de zin ontkennend
  1. Tu vas à gauche.
  2. Vous continuez jusqu'aux feux.
  3. C'est difficile.
  4. Il habite à Paris.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Nous parlons français.

Slide 14 - Woordweb

Nooit

Niets

Niet meer

Niet/geen
ne...pas
Ne...jamais
Ne....plus
Ne....rien

Slide 15 - Sleepvraag

La négation

nooit =
A
ne ... jamais
B
ne ... rien
C
ne ... plus
D
ne ... pas

Slide 16 - Quizvraag

La négation

niets =
A
ne...pas
B
ne...rien
C
ne...jamais
D
ne...plus

Slide 17 - Quizvraag

La négation

niet meer =
A
ne...pas encore
B
ne...rien
C
ne...jamais
D
ne...plus

Slide 18 - Quizvraag

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Je travaille.  
ne
pas
travaille
je

Slide 19 - Sleepvraag

Maak de zin ontkennend. (sleep blauw naar rood)
timer
1:30
Je
n'
aime
pas
la viande
1
2
3
4
5

Slide 20 - Sleepvraag

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Nous cherchons les cadeaux.  
ne
pas
cadeaux
nous
les
cherchons

Slide 21 - Sleepvraag

Sur la table

Dans le lit

Sous la chaise

Je vois une armoire à droite.

Overdrijf de uitspraak!


Entre la fenêtre et le canapé

Contre le mur

À côté du bureau

Au centre de la chambre


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Elle est comment, la chambre ?
Tu as quels meubles dans la chambre ?
Où est le lit? 
Et où est la chaise ?
Et où sont les chaussures? (ze zijn in de kast)
Tu as aussi des jeux vidéo ? Oui, (ze zijn onder de tv)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Vertel 5 zinnen. 
Il y a - dans - je vois - à gauche - à droite - sous - sur - à coté de -
en face de

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- huiswerk
- woordjes leren (woordkaartjes)
- Classroom oefeningen

Slide 29 - Tekstslide