literaire talkshow

Literaire talkshow
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Literaire talkshow

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Je kunt je mening over het boek goed onderbouwen door middel van een korte pitch.
  • Je kunt samen over boeken praten.
  • Je geeft en je krijgt tips over boeken. 

Slide 2 - Tekstslide

Talkshow
  • Met de helft van de groep maak je deel uit van een talkshow over de gelezen boeken (4 personen)
  • Iedere talkshow heeft één gastheer (docent of een vrijwilliger uit het publiek)  en verschillende tafelgasten.
  • De rest van de leerlingen is publiek.


Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Het kan zinvol zijn om eens bewust naar een voorbeeld te kijken, zodat je weet wat je kunt verwachten.
Dit gaan we nu dus ook doen.

Observeren:
Bekijk het fragment van een talkshow. Wat doet een gastheer? Wat doet een gast? Observeer en noteer wat jij ziet/hoort. 
Weet je nog: wees objectief, beschrijf wat je ziet.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Groepsgesprek
Wat heb je gezien?




Wat heb je gehoord?

Slide 6 - Tekstslide

De gastheer
De gastheer is de spil van het programma. Hij of zij:
 leidt het programma in;
 vertelt wat jullie gaan bespreken in deze aflevering;
 leidt zijn onderwerp in;
 legt zijn gasten vragen voor;
 geeft het woord aan gasten, maar onderbreekt ze ook als dat nodig is;
 vraagt door als dat nodig is, bijvoorbeeld om uitleg of voorbeelden;
 vraag om reacties;
 zorgt dat iedere gast aan het woord komt;
 rondt het programma af door de inhoud kort samen te vatten en op een leuke manier af te sluiten

Slide 7 - Tekstslide

De tafelgasten
De tafelgasten geven inhoud aan het programma. Ze:
 luisteren naar de gastheer;
 nemen het woord als ze dat krijgen;
 ze nemen initiatief en leveren inhoudelijke bijdragen
 reageren ook kritisch op elkaar en/of stellen vragen;
 gaan respectvol met elkaar om.

Slide 8 - Tekstslide

Het publiek
De overige klasgenoten (het publiek) zitten aan de zijkanten van lokaal. Ze:
 Luisteren naar het gesprek;
 Gaan respectvol om met de deelnemers van het gesprek;
 Observeren een deelnemer van het gesprek a.d.h.v. observatieformulier;
 Bedenken of ze de besproken boeken willen lezen.


Slide 9 - Tekstslide

Opbouw talkshow
Per les: twee groepen van vier leerlingen.
De gastheer leidt het programma in, kondigt de tafelgasten één voor één aan (Groepje van vier --> alle pitchers houden hun pitch (max. 2 minuten).

Na afloop kan de gastheer doorvragen of anderen laten reageren, zodat het gesprek diepgang krijgt. Elk gesprek duurt, inclusief de pitches, 20 minuten.

Slide 10 - Tekstslide

De pitch (2 minuten)--> voorbereiden
Voor elke pitcher geldt:
  • Je schetst het verhaal in enkele zinnen (en zeker niet meer!)
  • Je legt uit waarom dit boek je heeft geraakt of juist niet. Je kunt één of twee redenen noemen waarom je dit boek zo goed vindt/niet zo goed vindt. Leg de redenen uit. Onderbouw ze evt. met een kort citaat, zodat het boek nóg meer tot leven komt.
  • Je geeft aan welke invalshoek het beste past bij je boek en je geeft hierbij voorbeelden.
  • Je vergelijkt boek 4 met een eerder gelezen boek vanuit een invalshoek.
  • Aan wie en waarom raad je dit boek aan of juist niet.

Slide 11 - Tekstslide

Beoordeling
  • Je docent beoordeelt deze discussie (O of V)--> je moet een V halen.
  • Voer je rol uit zoals die omschreven staat. 
  • En probeer je mening goed te onderbouwen.  
  • Doe actief mee aan het gesprek.

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer?
Klas 4Aa:
do 25 mei en do 1 juni

Klas 4Ab:
di 23 mei en wo 24 mei

Indeling wordt nader bekend gemaakt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Ter inspiratie voor de pitch
 Hoe is dit verhaal om te lezen? Wat doet het met je? Was het spannend, emotioneel of humoristisch?
 Welke invalshoek past bij dit boek en waarom?
 Hoe gaat de hoofdpersoon om bij deze invalshoek?
 Hoe zou jij zelf reageren in een soortgelijke situatie?
 Passen boek 4 en het eerder gelezen boek goed bij elkaar qua invalshoek? Leg dit uit.
Onderbouw je mening altijd met voorbeelden uit het boek.



Slide 16 - Tekstslide

Na afloop
1. Samenvatting: Deze mag je van internet halen. 
2. Boekentips: 
  • Noem minimaal een boek dat je zou willen lezen n.a.v. de pitch van een klasgenoot. Geef ook aan waarom je dat boek zou willen lezen.
  • Noem minimaal een boek dat je niet zou willen lezen en geef aan waarom niet.
3. Vergelijking vanuit de invalshoeken (half A4)
  • Vergelijk jouw laatste boek vanuit de gekozen invalshoek met een vorig boek. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in de wijze waarop de personages met de gebeurtenissen omgaan (gedrag en emoties) en wat is jouw oordeel daarover?
  • Hoe zou jij in deze situatie hebben gekozen/ gereageerd?
4. Oordeel:
Schrijf in ongeveer tien tot vijftien regels jouw oordeel over het boek. Probeer hierbij scènes, situaties gebeurtenissen, reacties, enz. uit het boek te gebruiken en geef daarover je oordeel.


Slide 17 - Tekstslide

Het boek niet lezen is GEEN optie!
Je moet namelijk op alle opdrachten een voldoende halen om over te gaan.

Slide 18 - Tekstslide