4M - L8 P1 - woorden wegbeschreibung + uitleg MO's

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

je weet hoe de hulpwerkwoorden haben, sein & werden worden vervoegd
je weet hoe de regelmatige werkwoorden worden vervoegd in de tegenwoordige tijd.
je weet hoe de regelmatige werkwoorden worden vervoegd in de voltooide tijd.
je weet hoe de modale werkwoorden worden vervoegd.


Voorbereiding voor les 8:
maken: Aufgabe 12 t/m 14 & 16 van Grammatik

In de les:
start Kapitel 1

Verwerkingsopdrachten na les 8:
maken: Aufgabe 1 t/m 4 van Kapitel 1
leren: Vokabeln Aufgabe 4








Slide 2 - Tekstslide

Periode 1
am 11. Okt 2024: 
Deadline spreekopdracht 1 (video)

am 23. Oktober: SO2
(Wortschatz & Grammatik) 

Ab dem 7. November (toetsweek): spreekopdracht 2 (MO in 2tallen)





-

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voltooide tijd van de modale werkwoorden

mögen - ich habe gemocht
wollen - ik habe gewollt
wissen - ich habe  gewusst
dürfen - ich habe gedurft
können  - ich habe gekonnt
ook hier: 
ge + stam + t

alleen vallen de umlaute hier weg!

Slide 6 - Tekstslide

MO1 - Video
Stell dich mal vor!

inleveren in een formaat dat ik op een normale pc kan openen (geen: .imoviemobile)
tussen 30 September en 11 Oktober

Slide 7 - Tekstslide

spreekopdracht 1: Stell dich mal vor!
1
Je wilt je aanmelden voor een zomerbaantje op een grote camping in Zuid-Duitsland. Een vriend(in) van je gaat daar werken omdat zijn/haar oom de eigenaar van de camping is. Het lijkt je wel gezellig om mee te gaan en bovendien heb jij meer ervaring in de sector. Het gaat om een periode van 6 weken en je kunt daar gratis op de camping verblijven gedurende deze tijd. Stel jezelf voor. Leg uit op welke afdelingen jij een bijdrage zou kunnen leveren, bijv. ervaring in de horeca / handig met techniek/ social media / grasmaaien. Je stuurt een videoboodschap om de eigenaar van de camping te overtuigen om jou ook een leuk baantje te geven.
2
Je wilt je aanmelden voor een interessant traineeship in Berlijn bij een grote internationale firma, maar helaas biedt deze firma geen woonruimte aan de trainees. Jij moet dus zelf op zoek naar een kamer in Berlijn. Je komt erachter dat veel appartementen best groot zijn en vaak gedeeld worden om op de huurkosten te besparen. Een gedeelde woning wordt een WG genoemd en het aanbod is groot. Jij hebt een fantastisch appartement vlakbij je werk gevonden en nu wil je je toekomstige huisgenoten overtuigen om jou de sleutel van dit topappartement te geven. Jij wilt graag opvallen en vertelt in een videoboodschap wie je bent en wat voor een huisgenoot jij zult zijn.

Maak een Duits gesproken instructievideo, waarin je iets waar je goed in bent, uitlegt of laat zien. Je stelt jezelf kort voor en je vertelt wat jouw ervaring is met datgene wat je laat zien.  









Slide 8 - Tekstslide

spreekopdracht 1: stell dich mal vor

3: Maak een Duits gesproken instructievideo, waarin je iets waar je goed in bent, uitlegt of laat zien. Je stelt jezelf kort voor en je vertelt wat jouw ervaring is met datgene wat je laat zien.

Voorwaarden en eisen van de opdracht:
- duur van de video is 4 tot 6 minuten, hiervan moet een groot deel (min 60%) gesproken zijn
- je spreekt Duits
- je spreekt vrij (dus niet voorlezen)
- afhankelijk van het scenario dat je kiest, moeten de opening en afsluiting gepast zijn.
- je stelt jezelf voor
- je moet op de video te zien zijn
- geen luide achtergrondmuziek of -geluiden
- je wordt beoordeeld op woordenschat, grammatica, uitspraak, vloeiendheid en communicatie
- afwijken van de opdracht? Bespreek dat met je docent(e).
- de video wordt ingeleverd in één van de volgende formaten: .mp4/ .avi / .mpeg/ .wma/ .mov
- de video wordt in week 50 (Deadline = vrijdag 17 dec 23:00u) ingeleverd via SOM/ e-mail  














Slide 9 - Tekstslide

Spreekvaardigheid boek
Kapitel 1:
de weg vragen /wijzen
een kamer boeken in een hotel

Kapitel 2:
treinkaartje kopen & reisinformatie vragen/geven
informatie geven/  vragen rondom attracties

Slide 10 - Tekstslide

spreekopdracht 2 (MO2)
toetsweek:
hiervoor krijgen jullie nog een handleiding (Reisepass)
voorleesoefening + 8 praktische situaties 

Slide 11 - Tekstslide

quiz: uitspraak

Slide 12 - Tekstslide

Hoe spreek je de 's' uit in woorden als 'See' en 'Sommer'?
A
als een s
B
als een z
C
als ts
D
als sj

Slide 13 - Quizvraag

Hoe spreek je de 'g' uit in woorden als 'gerne' en 'Geld'?
A
gewoon als onze g
B
als sch
C
als een k
D
als de Engelse g in 'garden' en 'girl'

Slide 14 - Quizvraag

Hoe spreek je 'ä' uit?
A
als a of aa
B
als e of ee
C
als aj
D
als eu

Slide 15 - Quizvraag

Hoe spreek je 'u' uit?
A
als [uu] in vuur
B
als [oo] in boot
C
als [oe] in boek
D
als [ui] in huis

Slide 16 - Quizvraag

Hoe spreek je het volgende woord uit:
'vierzehn'?
A
[vierzeen]
B
[vierzen]
C
[viertseen]
D
[viertsen]

Slide 17 - Quizvraag

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'schön'?
A
[schoon]
B
[scheun]
C
[scheun]
D
[sjeun]

Slide 18 - Quizvraag

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'weiß'?
A
[waib]
B
[waip]
C
[waitz]
D
[wais]

Slide 19 - Quizvraag

a - kort   →   Katze
a - lang  →  Bahn

o - kort   →  Bonn
o - lang →  Boot

u  - kort  →  kurz
u  -  lang   →  Huhn

e  - kort   →   denn
e  - lang   →   drehen


ä  - kort  → Märchen
ä   - lang   → Käse

ö  -  kort  → völlig
ö  - lang → hören

ü - kort  → Hülle
ü  -  lang  →  Tüte

i  - kort  → ich
i(e)  - lang  → liebe

Slide 20 - Tekstslide

y  →  Typ
maar niet in leenwoorden!
(Hobby / Baby)

ei → reisen

au  →  Haus
aü  → Häuser

eu → Heute




G-klanken
begin van het woord? Goodbye
Ach-Laute
Ich-Laute

Z → Zaun

s  → sie
sp  → spielen
sch  → Schiff

Slide 21 - Tekstslide

Tips
- luister / check hoe iets wordt uitgesproken
- maak de lange klinkers ook echt lang
- na een K / P / T een extra H uitspreken
- vermijd Engels!

Slide 22 - Tekstslide

5

Slide 23 - Video

00:20
Hoe vraagt ze of de Goetheplatz in de buurt is?
A
Ist das hier in der Straße?
B
Ist das hier in der Nähe?
C
Ist das hier um die Ecke?
D
Ist das hier in Berlin?

Slide 24 - Quizvraag

00:24
"Es ist gar nicht weit von hier."
De Goetheplatz is:
A
dichtbij
B
ver weg

Slide 25 - Quizvraag

00:32
Wat betekent "50 meter geradeaus"?

Slide 26 - Open vraag

00:50
Hoe veel meter moet ze rechtdoor?

Slide 27 - Open vraag

00:56
Das ist eine Ampel!

Slide 28 - Tekstslide

Op de hoek naar rechts =
A
An der Straße nach rechts
B
An der Ecke nach rechts

Slide 29 - Quizvraag

Was ist das?
A
das Stopplicht
B
der Imbiss
C
der Kino
D
die Ampel

Slide 30 - Quizvraag

Was ist das?
A
een winkel
B
een tankstation
C
een snackbar
D
een bakkerij

Slide 31 - Quizvraag

Was ist das?
A
Der Hauptbahnhof
B
die Polizeiwache
C
das Rathaus
D
das Krankenhaus

Slide 32 - Quizvraag

Was ist das?
A
die U-Bahn
B
die Subway
C
der Bus
D
der Zug

Slide 33 - Quizvraag

Hoe zeg je? 'Pardon, mag ik u iets vragen?'

Slide 34 - Open vraag

Wat betekent "in der Nähe"?

Slide 35 - Open vraag

Hoe zeg je: "Hoe kom ik bij de dierentuin? "

Slide 36 - Open vraag

Hoe zeg je: "Bedankt voor uw hulp. Dag!"

Slide 37 - Open vraag