Lezen H2


Vak: Nederlands
Onderdeel: Lezen H2
Docent: mevrouw K. van Zaalen
BLOK 1
BLOK 2
BLOK 3
BLOK 4

Lezen en Luisteren & Kijken
Centraal Examen
Lezen en Luisteren & Kijken
Instellingsexamen
Schrijven
Instellingsexamen
Spreken en gesprekken
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les


Vak: Nederlands
Onderdeel: Lezen H2
Docent: mevrouw K. van Zaalen
BLOK 1
BLOK 2
BLOK 3
BLOK 4

Lezen en Luisteren & Kijken
Centraal Examen
Lezen en Luisteren & Kijken
Instellingsexamen
Schrijven
Instellingsexamen
Spreken en gesprekken

Slide 1 - Tekstslide

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Inleiding
Lezen H1
Lezen H2
Toets
Lezen H3
Lezen H4
Toets
L&K H1
L&K H2
Toets
 Tijd
Lesfase
Wat gaan we doen?
  9:00 uur - 9:15 uur
Start van de les
Inloggen in ZOOM, NU Nederlands en LessonUp
  9:15 uur - 9:45 uur 
Kennis activeren
Uitleg Lezen H2.1 en H2.2
  9:45 uur - 10:30 uur
Kennis trainen
Maken opdrachten Lezen H2.1 en H2.2
10:30 uur - 10:45 uur
Kennis checken
Nakijken opdrachten Lezen H2.1 en H2.2
10:45 uur - 11:15 uur 
Pauze
11:15 uur - 11:45 uur
Kennis activeren
Uitleg Lezen H2.3 en H2.4
11:45 uur - 12:30 uur
Kennis trainen
Maken opdrachten H2.3 en H2.4
12:30 uur - 13:00 uur
Afsluiten van de les
Korte nabespreking, herhalen leerdoelen en uitloggen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link


Stap 1: Bestel je boeken en licentie
  • Klik op deze LINK
  • Bestel je boeken en licentie
  • Betaal je boeken en licentie
  • Je leerwerkboeken ontvang je binnen 3-5 werkdagen via de post
  • Je activeringscode ontvang je binnen 2-3 werkdagen via de mail

Slide 4 - Tekstslide


Stap 2: Activeer je licentie
  • Klik op de volgende LINK
  • Klik op Account aanmaken
  • Klik op Leerling/student
  • Maak je account aan 
  • Klik op Invoeren activeringscode
  • Voer de activeringscode uit je mail in
  • Je hebt nu toegang tot Nu Nederlands online
  • Voeg jezelf toe aan je klas op het Maas College

Slide 5 - Tekstslide


Stap 3: Registreer je in LessonUp
  • Klik op de volgende LINK
  • Klik op Registreren
  • Klik op Ik ben leerling
  • Registeer je met je school-email
  • Gebruik daarbij je volledige naam
  • Typ de klassencode vdxev in

Slide 6 - Tekstslide

Lees de uitleg en bestudeer de voorbeelden bij
Lezen paragraaf 2.1 en 2.2 van NU Nederlands boek A
 

Leerdoelen


  • Ik herken de opbouw (structuur) van een tekst
  • Ik vind snel mijn weg in een tekst
  • Ik herken de deelonderwerpen van een tekst



Extra
De uitleg en voorbeelden bij paragraaf 2.1 en 2.2 vind je online en op bladzijde 32 en 39 van je Leerwerkboek A.

Slide 7 - Tekstslide


Waarom moet je dit weten of kunnen?

In de toekomst wil jij anderen helpen: in de zorg of in het onderwijs. Vaak hebben de mensen waar je mee te maken krijgt al veel meegemaakt. Hun verhaal staat beschreven in een dossier. Het is aan jou als professional om snel de structuur in een tekst te herkennen, en daar de informatie uit te halen die voor jou van belang is. 


Slide 8 - Tekstslide

Uitleg H2.1
Begrijp ik de nieuwe kennis?
Voorbeeld H2.1
Kan ik de nieuwe kennis toepassen?

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg H2.2
Begrijp ik de nieuwe kennis?
Voorbeeld H2.2
Kan ik de nieuwe kennis toepassen?

Slide 10 - Tekstslide


Opdracht 1 Vul in: hoofdgedachte - inleiding - middenstuk - onderwerp
Titel
1. .........................................
.........................................
2. .........................................
deelonderwerpen
3. slot
.........................................

Slide 11 - Tekstslide


Opdracht 1 Uitwerkingen
Titel
1. inleiding
onderwerp
2. middenstuk
deelonderwerpen
3. slot
hoofdgedachte

Slide 12 - Tekstslide


Oefentekst 1: Nizar

Zelf gebruikt Nizar geen wiet meer. Hij vindt het effect gewoon niet boeiend. Hij wordt van het roken van een joint vooral erg duf en zijn tong voelt uren later nog als schuurpapier. De vrienden van Nizar roken minimaal drie jointjes per dag en verdwijnen dan voor even naar een andere wereld. Een wereld, waarin Nizar een steeds kleinere rol speelt.

Nizar voelt zich daardoor steeds vaker onbegrepen. Toen hij onlangs aan Abdul vertelde dat hij in september met de mbo-opleiding Beveiliging en Bewaking zou beginnen, had hij verwacht dat zijn beste vriend trots op hem zou zijn. Die keek hem echter met rode ogen aan en reageerde nauwelijks. Na een paar minuten kreeg hij een lachbui, waar geen eind aan leek te komen. Nizar was teleurgesteld naar huis gegaan.

Het is drie uur 's nachts en Nizar wordt wakker van een zoemtoon. Het is een app van Abdul. Hij wil wiet gaan telen in de kelder van het huis van zijn broer. Volgens Ab kan je daar een hoop geld mee verdienen. Geld dat Nizars' familie goed kan gebruiken, want zijn vader zit nog steeds zonder werk. Toch twijfelt Nizar. Hij wil zijn vriend niet laten zitten, maar wat gebeurt er met hem als hij wordt gepakt? Wat betekent dat voor hem en zijn toekomst in de beveiliging en bewaking? Met een strafblad wordt hij nergens aangenomen. En dat is uiteindelijk wat hij écht wil: een leven met toekomst!

Voorlezen

Slide 13 - Tekstslide





1. Welk onderwerp past het best bij de voorgaande tekst?
Uitleg
In deze inleiding staat het effect van wietgebruik op de ontwikkeling van de vriendschappen van Nizar centraal. 
A
De fysieke gevolgen van wietgebruik
B
De mentale gevolgen van wietgebruik
C
De financiële gevolgen van wietgebruik
D
De sociale gevolgen van wietgebruik

Slide 14 - Quizvraag





2. Heeft deze inleiding een titel en een lead?
A
Deze inleiding heeft een titel en een lead.
B
Deze inleiding heeft geen titel, maar wel een lead.
C
Deze inleiding heeft wel een titel, maar geen lead.
D
Deze inleiding heeft geen titel en geen lead.

Slide 15 - Quizvraag




3. Hoe probeert de schrijver de belangstelling van de lezer
te wekken?
A
Door de lezer mee te nemen in de gedachtewereld van Nizar.
B
Door de lezer te vermaken met een grappige anekdote.
C
Door de lezer te wijzen op de gevaren van wietgebruik.
D
Door de lezer direct duidelijk te maken waar de tekst over gaat.

Slide 16 - Quizvraag




4. Dit is de inleiding van een tekst over de sociale gevolgen
van wietgebruik. Wat is geen logisch deelonderwerp?
Uitleg
Antwoord C - Wietteelt in Spanje - is een goed deelonderwerp voor een tekst over de teelt of de distributie van wiet. Het is echter geen logisch deelonderwerp voor een tekst over de sociale gevolgen van wietgebruik.
A
Groepsdruk
B
Eenzaamheid
C
Wietteelt in Spanje
D
Sociale onthechting

Slide 17 - Quizvraag





5. Wat is geen goede tip om een deelonderwerp te vinden?
Uitleg
Antwoord A is niet goed. De titel van een tekst vertelt je soms iets over het onderwerp van een tekst, maar dat is zeker niet altijd het geval. Om deelonderwerpen te herkennen, moet je weten wat het onderwerp van een tekst is en moet je kijken naar de lay-out van de tekst.
A
Kijk naar de titel van de tekst!
B
Bepaal het onderwerp van de tekst!
C
Kijk naar de lay-out van de tekst!
D
Let op de witregels in een tekst!

Slide 18 - Quizvraag



Aan het werk uit je boek
  • Lees de tekst bij opdracht 2 van H2.2
     van NU Nederlands boek A
  • Maak daarna vraag 1 t/m 10 van
     opdracht 2 van H2.2
  • Meld je om 10:30 uur voor de   nabespreking!



Aan het werk online
  • Maak 3F-Lezen 2.2 Extra opdracht 2
  • Controleer na iedere vraag je antwoord.
  • Heb je de opdracht afgerond, kijk dan

     naar je score.  
  • Is die lager dan 60%? Maak de opdracht

     dan opnieuw!  
  • Is je score 60% of hoger? Houd dan een
     pauze en meld je om 11:15 uur.
timer
45:00

Slide 19 - Tekstslide


Antwoorden opdracht 2
  1. B
  2. B
  3. De maatschappij verandert snel. Door met bedrijven samen te werken kunnen scholen sneller op die veranderingen inspelen / kunnen scholen nieuwe vakken aanbieden.
  4. 1) multidisciplinaire vakken aanbieden 2) lectoren aanstellen (3) soepeler omgaan met de regel in het deeltijdonderwijs dat studenten vier dagen moeten werken en één dag naar school moeten.
  5. gamedesigner, glasvezelengineer, maker van tandprotheses met een 3D-printer
  6. dat waarvoor je meer dan één vak nodig hebt, bijvoorbeeld een multidisciplinair beroep
  7. zogenaamde “pretstudies” Of: studies die wel leuk zijn maar die niet opleiden tot een beroep waar veel vraag naar is
  8. Als er geen crisis is, vindt ruim 90% van de mbo-studenten snel een baan op mbo-niveau.
  9. Scholen moeten iedereen toelaten, dus moeten zij er ook voor zorgen dat er voor iedereen een passende opleiding is.
  10. Elk antwoord is goed, als je tenminste één argument voor je mening hebt genoteerd. 

Slide 20 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

            Lees de uitleg en bestudeer het voorbeeld bij 
            Lezen paragraaf 2.3 van NU Nederlands boek A
 
  • Ik herken signaalwoorden
  • Ik ontdek verbanden in een tekst


Extra
De uitleg en het voorbeeld bij paragraaf 2.3 vind je online en op bladzijde 46 van je Leerwerkboek A. In deze paragraaf komt belangrijke theorie aan bod!

Slide 22 - Tekstslide


Waarom moet je dit weten of kunnen?

Zowel binnen de zorg als het onderwijs krijg je regelmatig te maken met complexe verhalen, waarin soms iedere structuur ontbreekt. Leerlingen, cliënten of patiënten kunnen niet altijd zelf goed aangeven met welke problemen zij kampen. Het is dus ontzettend belangrijk dat jij wél in staat bent de logische verbanden in hun - soms warrige - verhaal te ontdekken!


Slide 23 - Tekstslide

Uitleg H2.3
Begrijp ik de nieuwe kennis?
Voorbeeld H2.3
Kan ik de nieuwe kennis toepassen?

Slide 24 - Tekstslide


Tekstverbanden en signalen (1)


Je hebt inmiddels geleerd dat iedere tekst dezelfde opbouw of structuur heeft.

De eerste alinea('s) horen bij de inleiding van een tekstHierin wordt het onderwerp van de tekst aangekondigd. 

Daarna komen de alinea's die samen het middenstuk van een tekst vormen. Hierin worden de deelonderwerpen behandeld. 

De laatste alinea('s) horen bij het slot van een tekst. Hierin wordt een conclusie getrokken of wordt de tekst samengevat in een hoofdgedachte.

Slide 25 - Tekstslide


Tekstverbanden en signalen (2)


Examenteksten bestaan soms uit meer dan tien alinea's. Binnen iedere alinea - en tussen de alinea's onderling - bestaan verbanden. Die zijn meestal logisch. 

Als een tekst gaat over 'Gameverslaving' is het logisch dat in de eerste alinea's van die tekst een oorzaak voor dat probleem wordt gegeven. In het middenstuk zullen de gevolgen van het probleem worden beschreven. In het slot zal de tekst worden samengevat met een hoofdgedachte. Een tekst met deze opbouw heeft een oorzaak-gevolg-structuur

Een goede schrijver helpt je in de tekst met het herkennen van verbanden. Hij gebruikt daarvoor verchillende signalen.   

Slide 26 - Tekstslide


Tekstverbanden en signalen (3)


Signalen ken je uit het verkeer. Je ziet ze overal langs de weg staan in de vorm van borden. Die koersen je sneller door het verkeer en het is dus handig als je ze herkent.

Het verkeersbord op de achtergrond van deze slide geeft je bijvoorbeeld het signaal dat je de afrit naar rechts moet nemen als je naar Rotterdam wil. Als het bord er niet zou staan, bevindt Rotterdam zich nog steeds aan de rechterkant, maar zou je dat niet weten. 

Ook teksten staan bol van de signalen. Daar hebben die signalen de vorm van leestekens (zoals de komma of de dubbele punt) of woorden. Deze signalen koersen je sneller door een tekst. Het is daarom - net als bij verkeersborden - handig als je ze herkent.  


Slide 27 - Tekstslide


Opdracht 2 Vul in: daarna - kortom - maar - omdat - verder - waardoor
Fragment 1
Ik heb voor deze opleiding gekozen, ... (1) ik mensen met problemen wil helpen. Eerst rond ik deze opleiding versneld af. ... (2) wil ik meteen aan de slag. Er is veel behoefte aan mensen met deze kennis, ... (3) het niet moeilijk zal zijn een baan te vinden.

Fragment 2
Mijn broer heeft moeite met leren uit boeken, ... (4) in de praktijk leert hij heel snel. Als hij iets ziet, kan hij het perfect nadoen. Hij is ... (5) gastvrij, heeft veel energie en kan goed met mensen omgaan. ... (6), hij is een aanwinst voor iedere horecaonderneming.

Slide 28 - Tekstslide


Opdracht 2 Uitwerkingen
Fragment 1
Ik heb voor deze opleiding gekozen, omdat (1) ik mensen met problemen wil helpen. Eerst rond ik deze opleiding versneld af. Daarna (2) wil ik meteen aan de slag. Er is veel behoefte aan mensen met deze kennis, waardoor (3) het niet moeilijk zal zijn een baan te vinden.

Fragment 2
Mijn broer heeft moeite met leren uit boeken, maar (4) in de praktijk leert hij heel snel. Als hij iets ziet, kan hij het perfect nadoen. Hij is verder (5) gastvrij, heeft veel energie en kan goed met mensen omgaan. Kortom (6), hij is een aanwinst voor iedere horecaonderneming.

Slide 29 - Tekstslide




(1a) Ik heb voor deze opleiding gekozen,
(1b) omdat ik mensen met problemen wil helpen.
Uitleg
In zin 1a wordt gesteld dat 'ik deze opleiding heb gekozen'; in zin 1b wordt als reden daarvoor genoemd dat 'ik mensen met problemen wil helpen'.
A
In zin 1a staat een uitspraak; in zin 1b de reden.
B
In zin 1a staat een oorzaak; in zin 2b een gevolg.
C
In zin 1a staat een uitspraak; in zin 1b een voorbeeld.
D
In zin 1a staat een probleem; in zin 1b de oplossing.

Slide 30 - Quizvraag

Welk woord in de voorgaande zin
wijst je op een redengevend verband?

Slide 31 - Woordweb




(3a) Mijn broer heeft moeite met leren uit boeken,
(3b) maar in de praktijk leert hij heel snel.
Uitleg
De informatie in zin 2a 'Mijn broer heeft moeite met leren uit boeken' is het tegenovergestelde van de informatie in zin 2b 'maar in de praktijk leert hij heel snel'.
A
Tussen zin 3a en 3b bestaat een opsommend verband.
B
Tussen zin 3a en 3b bestaat een tegenstellend verband.
C
Tussen zin 3a en 3b bestaat een toelichtend verband.
D
Tussen zin 3a en 3b bestaat een voorwaardelijk verband.

Slide 32 - Quizvraag

Welk woord in de voorgaande zin
wijst je op een tegenstellend verband?

Slide 33 - Woordweb



Aan het werk uit je boek
  • Lees de Examentekst van H2.2
     van NU Nederlands boek A
  • Maak vraag 1 t/m 12 van de   Examenopdracht van H2.2
  • Meld je om 12:30 uur voor een (korte)
     nabespreking!



Aan het werk online
  • Maak 3F-Lezen 2.3 Extra opdracht 2
  • Controleer na iedere vraag je antwoord.
  • Heb je de opdracht afgerond, kijk dan
     naar je score. 
  • Is die lager dan 60%? Maak de opdracht
     dan opnieuw! 
  • Is je score 60% of hoger? Meld je dan om 12:30 officieel af!
timer
45:00

Slide 34 - Tekstslide


Antwoorden Examenopdracht H2.2
  1. B
  2. B
  3. D
  4. D
  5. B
  6. a, (b), d en e
  7. C
  8. C
  9. A
  10. A
  11. B

Slide 35 - Tekstslide


Heb je je leerdoelen gehaald?

Leerdoelen

  • Ik herken de opbouw (structuur) van een tekst
  • Ik vind snel mijn weg in een tekst
  • Ik herken de deelonderwerpen van een tekst
  • Ik herken signaalwoorden
  • Ik ontdek verbanden in een tekst


Extra
Heb je nog niet alle leerdoelen behaald? Geen probleem! Je kan online extra oefeningen maken!

Slide 36 - Tekstslide


Als je nog vragen of opmerkingen hebt,
kan je die hier kwijt.

Slide 37 - Open vraag