H2 - hst. 4 - formuleren - woorden bij elkaar plaatsen

Planning voor vandaag: Formuleren
Formuleren hst. 4 (blz. 122-123)
- uitleg theorie
- opdracht 1 en 2
- taak voor vrijdag 12 mei:  m. 1, 2 en 4 (blz. 122-123) // 
l. "woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen" (blz. 122)
>> NOTEER IN JE AGENDA!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning voor vandaag: Formuleren
Formuleren hst. 4 (blz. 122-123)
- uitleg theorie
- opdracht 1 en 2
- taak voor vrijdag 12 mei:  m. 1, 2 en 4 (blz. 122-123) // 
l. "woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen" (blz. 122)
>> NOTEER IN JE AGENDA!

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
- ... kun je zinnen maken waarin woorden die bij elkaar horen, bij elkaar staan. Je formuleert correct.
- ... zijn opdracht 1 en 2 (blz. 122-123) af.
- ... staat de weektaak in je agenda.

Slide 2 - Tekstslide

Opwarmertje
De onderstaande zin is lastig te begrijpen. Wat kun je doen om hem duidelijker te maken?

De soms niet zo verstandige, uitdaging zoekende en op de korte termijn gerichte denkwijze van pubers maakt hen ongeschikt voor het nemen van belangrijke beslissingen.

Slide 3 - Tekstslide

De soms niet zo verstandige, uitdaging zoekende en op de korte termijn gerichte denkwijze van pubers maakt hen ongeschikt voor het nemen van belangrijke beslissingen.

Slide 4 - Woordweb

Oplossing: 

- Woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen.
- Zin opsplitsen in kortere zinnen.

De denkwijze van pubers is soms niet zo verstandig, zoekt uitdaging en is op de korte termijn gericht. Daarom zijn pubers ongeschikt voor het nemen van belangrijke beslissingen.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel van vandaag was: 
Je kunt correct formuleren door woorden die bij elkaar horen, bij elkaar te plaatsen.

Hoe?

Slide 6 - Tekstslide

Tip 1
Zet geen lange bijvoeglijke bepaling tussen het lw / aanw.vnw / bez.vnw en het zn. (Vermijd "tangconstructie".)

Dus: De leerlingen uit havo 2, die altijd goed hun huiswerk maken, halen een mooie voldoende op het proefwerk.
En niet: De altijd goed hun huiswerk makende leerlingen uit havo 2 halen een mooie voldoende op het proefwerk.

Slide 7 - Tekstslide

Tip 2
Zet onderwerp en gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik "maar" en "want" (in plaats van "omdat" en "hoewel").

Dus: Een enkeling haalde toch een onvoldoende, want hij had niet goed geleerd.
En niet: Een enkeling haalde toch een onvoldoende, omdat hij niet goed had geleerd.

Slide 8 - Tekstslide

Tip 3
Houd het gezegde zo goed mogelijk bij elkaar (pv + rest van het gezegde).

Dus: Een gemiste toets kan worden ingehaald op het i-uur van dhr. Koornstra.
En niet: Een gemiste toets kan op het i-uur van dhr. Koornstra worden ingehaald.

Slide 9 - Tekstslide

Tip 4
Houd scheidbare werkwoorden bij elkaar.

Dus: Weet je of de docent de toetsen al heeft nagekeken?
En niet: Weet je of de docent de toetsen al na heeft gekeken?


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1 (blz. 122)

Slide 11 - Tekstslide

Verbetering zin 1, opdracht 1 (blz. 122)
(In Nederland moet je om een tatoeage te laten zetten 16 jaar of ouder zijn.)

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Verbetering zin 1 (Hoewel de kunstwerken van de Amerikaanse kunstenaar Steve Casino nog kleiner dan een vinger zijn, zijn ze niet goedkoop).

Slide 15 - Open vraag

Rest van de les / huiswerk
In de les: maak opdr. 1 en 2 (af). 
Liefst met boek en schrift (blz. 122-123), anders online (Hoofstuk 4, Woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen - formuleren) 
Thuis (vóór 12 mei): maak opdracht 4

Slide 16 - Tekstslide

Snap je wat je moet doen?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Aan het werk! (opdr. 1, 2, 4)
Stoplicht op rood: in stilte, zonder overleg, zonder vragen aan docent (eerst zelf proberen).
Stoplicht op oranje: in stilte, zonder overleg, vragen aan docent toegestaan (vinger opsteken). 
Stoplicht op groen: overleg toegestaan, alleen op fluisterniveau met naaste buur.

Slide 18 - Tekstslide

Tot slot
Je maakt een zin makkelijker leesbaar door woorden die bij elkaar horen, bij elkaar te plaatsen. Op welke manieren kan dat? 



Tot donderdag!

Slide 19 - Tekstslide