Lire- unité 1 - vmbo th1
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
C'est la tour Eiffel!
La tour Eiffel est à Paris.
Lundi 7 octobre
- Regarder
- Parler
- Lire
Faire les exercices 3 et 4 sur l'ordinateur
Parler ensemble des techniques de lecture
Faire les exercices 5 et 6 sur l'ordinateur
Objectifs:
- Ik kan een korte vlog begrijpen in het Frans.
- Ik kan mezelf voorstellen in het Frans.
- Ik kan een korte Franse tekst lezen en begrijpen.
Slide 2 - Tekstslide
Qui es-tu ?
-Je m'appelle ......
[sju maapel ...... ]
- J'ai 11/ 12/13 ans.
[sjee onz/doez/trez an]
- J'habite à .... aux Pays-Bas.
[sjaabiet aa ...... oo pee ba]
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Qui es-tu?
- Comment tu t'appelles?
- Tu as quel âge?
- Tu habites où?
Slide 5 - Tekstslide
Qui es-tu ?
- Je suis néerlandais/néerlandaise
- J'ai un / une ...............(+ huisdier)
- Je voudrais un/une ........(+ huisdier)
- Je suis + ........................ (+ kwaliteit/ eigenschap)
- J'aime le/la/l' .............(+ hobby/sport)
Slide 6 - Tekstslide
Qui es-tu ?
- Tu es français/ française?
- Tu as un animal domestique?
- Tu peux te décrire?
- Tu as une passion?
Slide 7 - Tekstslide
C'est la tour Eiffel!
La tour Eiffel est à Paris.
Jeudi 10 octobre
- Parler
- Lire
Faire les exercices 3 et 4 sur l'ordinateur
Parler ensemble des techniques de lecture
Faire les exercices 5 et 6 sur l'ordinateur
Objectifs:
- Ik kan mezelf voorstellen in het Frans.
- Ik kan een korte Franse tekst lezen en begrijpen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Qui es-tu ?
-Je m'appelle ......
[sju maapel ...... ]
- J'ai 11/ 12/13 ans.
[sjee onz/doez/trez an]
- J'habite à .... aux Pays-Bas.
[sjaabiet aa ...... oo pee ba]
Slide 10 - Tekstslide
Qui es-tu ?
- Je suis néerlandais/néerlandaise
- J'ai un / une ...............(+ huisdier)
- Je voudrais un/une ........(+ huisdier)
- Je suis + ........................ (+ kwaliteit/ eigenschap)
- J'aime le/la/l' .............(+ hobby/sport)
Slide 11 - Tekstslide
Qui es-tu ?
- Tu es français/ française?
- Tu as un animal domestique?
- Tu peux te décrire?
- Tu as une passion?
Slide 12 - Tekstslide
C'est la tour Eiffel!
La tour Eiffel est à Paris.
Vendredi 11 octobre
- Parler
- Lire
Faire les exercices 3 et 4 sur l'ordinateur
Parler ensemble des techniques de lecture
Faire les exercices 5 et 6 sur l'ordinateur
Objectifs:
- Ik kan mezelf voorstellen in het Frans.
- Ik kan een korte Franse tekst lezen en begrijpen.
Slide 13 - Tekstslide
Qui es-tu ?
-Je m'appelle ......
[sju maapel ...... ]
- J'ai 11/ 12/13 ans.
[sjee onz/doez/trez an]
- J'habite à .... aux Pays-Bas.
[sjaabiet aa ...... oo pee ba]
Slide 14 - Tekstslide
Qui es-tu ?
- Je suis néerlandais/néerlandaise
- J'ai un / une ...............(+ huisdier)
- Je voudrais un/une ........(+ huisdier)
- Je suis + ........................ (+ kwaliteit/ eigenschap)
- J'aime le/la/l' .............(+ hobby/sport)
Slide 15 - Tekstslide
Comment lire et comprendre un texte français?
Hoe kun je het beste een Franse tekst lezen en begrijpen?
stap 1:
stap 2:
stap 3:
stap 4:
stap 5:
- Ik zoek de woorden die ik ken / herken
- Ik gebruik andere talen
- Ik gebruik mijn voorkennis van de thema van de tekst
Slide 16 - Tekstslide
Qui es-tu ?
- Tu es français/ française?
- Tu as un animal domestique?
- Tu peux te décrire?
- Tu as une passion?
Slide 17 - Tekstslide
C'est la tour Eiffel!
La tour Eiffel est à Paris.
Lundi 14 octobre
- Parler
- Lire
Faire les exercices 3 et 4 sur l'ordinateur
Parler ensemble des techniques de lecture
Faire les exercices 5 et 6 sur l'ordinateur
Objectifs:
- Ik kan mezelf voorstellen in het Frans.
- Ik kan een korte Franse tekst lezen en begrijpen.
Slide 18 - Tekstslide
Qui es-tu?
- Comment tu t'appelles?
- Tu as quel âge?
- Tu habites où?
Slide 19 - Tekstslide
Qui es-tu ?
-Je m'appelle ......
[sju maapel ...... ]
- J'ai 11/ 12/13 ans.
[sjee onz/doez/trez an]
- J'habite à .... aux Pays-Bas.
[sjaabiet aa ...... oo pee ba]
Slide 20 - Tekstslide
Qui es-tu ?
- Tu es français/ française?
- Tu as un animal domestique?
- Tu peux te décrire?
- Tu as une passion?
Slide 21 - Tekstslide
Qui es-tu ?
- Je suis néerlandais/néerlandaise
- J'ai un / une ...............(+ huisdier)
- Je voudrais un/une ........(+ huisdier)
- Je suis + ........................ (+ kwaliteit/ eigenschap)
- J'aime le/la/l' .............(+ hobby/sport)
Slide 22 - Tekstslide
Comment lire et comprendre un texte français?
Hoe kun je het beste een Franse tekst lezen en begrijpen?
stap 1:
stap 2:
stap 3:
stap 4:
stap 5:
- Ik zoek de woorden die ik ken / herken
- Ik gebruik andere talen
- Ik gebruik mijn voorkennis van de thema van de tekst
Slide 23 - Tekstslide
C'est la tour Eiffel!
La tour Eiffel est à Paris.
Jeudi 17 octobre
- Parler
- Vocabulaire
- Lire
Parler ensemble des techniques de lecture
Faire les exercices 5 et 6 sur l'ordinateur
Objectifs:
- Ik kan kort over mezelf vertellen en vragen stellen aan iemand anders.
- Ik kan een korte Franse tekst lezen en begrijpen.
Slide 24 - Tekstslide
Basis thema lessen 2024-2025
Nom TH1A Question
Parler
Slide 25 - Tekstslide
Vocabulaire - apprendre 1
Slide 26 - Tekstslide
Comment lire et comprendre un texte français?
Hoe kun je het beste een Franse tekst lezen en begrijpen?
- Ik zoek de woorden die ik ken / herken
- Ik gebruik andere talen
- Ik gebruik mijn voorkennis van de thema van de tekst
- stap 1: ik kijk naar de titel
- stap 2: ik kijk naar de plaatjes
- stap 3: ik kijk naar de tussenkopjes
- stap 4: ik lees de vraag
- stap 5: ik ga op zoek in de tekst op (bekende) woorden uit de vraag
- stap 6: ik geef antwoord.
Slide 27 - Tekstslide
C'est la tour Eiffel!
La tour Eiffel est à Paris.
Vendredi 18 octobre
- Lire
Parler ensemble des techniques de lecture
Faire les exercices 5 et 6 sur l'ordinateur
Objectifs:
- Ik kan een korte Franse tekst lezen en begrijpen.
Slide 28 - Tekstslide
Comment lire et comprendre un texte français?
Hoe kun je het beste een Franse tekst lezen en begrijpen?
- Ik zoek de woorden die ik ken / herken
- Ik gebruik andere talen
- Ik gebruik mijn voorkennis van de thema van de tekst
- stap 1: ik kijk naar de titel
- stap 2: ik kijk naar de plaatjes
- stap 3: ik kijk naar de tussenkopjes
- stap 4: ik lees de vraag
- stap 5: ik ga op zoek in de tekst op (bekende) woorden uit de vraag
- stap 6: ik geef antwoord.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
C'est la tour Eiffel!
La tour Eiffel est à Paris.
Lundi 4 novembre
- Parler
Tu te présentes
- Vocabulaire
Apprendre 2
- Lire
Faire/finir les exercices 5 et 6 sur l'ordinateur
Terminé????
Exercices */**/**
Exercices papier
Exercices ordinateur
Parler (tu te présentes)
Mots (StudyGo)
Objectifs:
- Ik kan kort over mezelf vertellen en vragen stellen aan iemand anders.
- Ik kan een korte Franse tekst lezen en begrijpen.
Slide 31 - Tekstslide
Basis thema lessen 2024-2025
Nom TH1A Question
Parler
Slide 32 - Tekstslide
Vocabulaire - apprendre 2
