Vraagwoorden en present simple

Les 3
22 september 2020
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 3
22 september 2020

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Vraagwoorden (en present simple)  (15 min)
- Oefenen vraagwoorden (en present simple) op Learnbeat (15 min)
- Energizer (5 min)
- 30 seconds zonder tijdsruk (15 min)

Slide 2 - Tekstslide

Welke vraagwoorden ken je?

Slide 3 - Woordweb

Vraagwoorden WH- Questions
Bij vraagwoorden moet je denken aan woorden zoals: wie, wat, waar, wanneer, waarom, welke en hoe.

Als je een van deze dingen wilt vragen aan iemand, zet je het vraagwoord aan het begin van de zin.

Voorbeeld: Wanneer zullen we afspreken?

Slide 4 - Tekstslide

Vraagwoorden - WH- questions
Who = wie
Where = waar
When = wanneer
Why = waarom
How = hoe

What / which = welke

Slide 5 - Tekstslide

What / which
Je gebruikt which als je wel weet waar tussen je kunt kiezen.
Example: They have black and white chocolate. Which one do you prefer?

Je gebruikt what als je niet weet waar tussen je kunt kiezen.
Example: What would you like for dinner?

Slide 6 - Tekstslide

Is het what or which?

...... car do you want: the red or blue one?
A
What
B
Which

Slide 7 - Quizvraag

Is het what or which?

....... is your favourite animal?
A
What
B
Which

Slide 8 - Quizvraag

Wat houdt de SHIT-regel in?

Slide 9 - Open vraag

Present Simple
Wanneer? --> bij acties die ALTIJD, NOOIT of REGELMATIG voorkomen (= feiten, gewoontes, regelmaat).

Veelvoorkomende woorden in de zin:

always, never, regularly, usually, sometimes and often

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordsvorm - de SHIT regel
SHE, HE and IT = werkwoord + s

I, you, they and we = werkwoord

I work
You work
He/she/it works
They work
We work

Slide 11 - Tekstslide

Ontkenningen 
I, you, they and we = don't en hele werkwoord
He, she  and it = doesn't en hele werkwoord

Pas op! Bij he, she and it vervalt de s bij de ontkenning. 

Example: He doesn't love spaghetti. 

Slide 12 - Tekstslide

Vraagzinnen
I, you, they and we = Do vooraan de zin gevolgd door hele werkwoord
He, she and it = Does vooraan de zin gevolgd door het hele werkwoord

Ook bij vraagzinnen geldt: bij she and it vervalt de s

Example: Does he like spaghetti?

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Maak op learnbeat opdracht D lesson 2

Slide 14 - Tekstslide

Energizer
- Sta op en loop door het lokaal
- Als ik stop roep blijf je op je plek staan en sluit je je ogen
- Ik roep vervolgens een naam
- Probeer diegene met je ogen dicht aan te wijzen 

Goed kijken waar iedereen loopt dus! ;)

Slide 15 - Tekstslide

30 seconds zonder tijdsdruk
- 8 tweetallen, 1 drietal
- Per tweetal krijg je pakje kaarten met woorden van lesson 1 en 2
- Pak een kaartje en omschrijf het woord in het Engels aan je partner
- Je partner moet het woord raden (je mag het boek erbij houden eventueel)
- Geraden? Dan draai je de rollen om

Slide 16 - Tekstslide