grammatica blok 1

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Wat is het werkwoord in de zin:
Ik loop straks naar oma.

1. ik
2. loop
3. straks
4. naar

Schrijf de 3 lidwoorden op.

Wat is het werkwoord in de zin:
Wij gaan naar de nieuwe bakker.

1. gaan
2. naar
3. nieuwe
4. bakker

Wat is het werkwoord in de zin:
Doe jij dat ook?

1. doe
2. jij
3. dat
4. ook

Staat ''tante'' in het enkelvoud of in het meervoud?
Onze tante heeft 3 kinderen.

1. enkelvoud
2. meervoud
3. weet ik niet
4. geen van beide

Staat ''planten'' in het enkelvoud of in het meervoud:
De planten doen het niet meer zo goed.

1. enkelvoud
2. meervoud
3. weet ik niet
4. geen van beide

Welke woordsoort is ''groene'' in de zin?
De boekenlegger zit in het groene boek.

1. lidwoord
2. werkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. zelfstandig naamwoord

Welke woordsoort is ''huis'' in de zin?
Dat oude huis wordt gesloopt.

1. lidwoord
2. werkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. zelfstandig naamwoord

Welke woordsoort is ''at'' in de zin?
Hij at een giftige appel.

1. lidwoord
2. werkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. zelfstandig naamwoord

Wat betekent:
MeDiPlaDi

Wat is het zelfstandige naamwoord in de zin?
De vrolijke meneer loopt snel.

1. de
2. vrolijke
3. meneer
4. loopt

Wat is het zelfstandige naamwoord in de zin?
Wij gingen erg snel naar bed.

1. wij
2. gingen
3. snel
4. bed