Formuleren H6 - opdr. 1 en 2

Formuleren
Hoofdstuk 6
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel: je weet wat incongruentie is en je kan dit voorkomen.
- Terugblik
- Uitleg theorie
- Opdr. 1 en 2 Formuleren H6 maken
- Toets bespreken
- Kahoot

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Kies de juiste optie: enkele/enkelen boeken zijn niet geleverd.
A
enkele
B
enkelen

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste optie: Mijn klasgenoten komen altijd te laat, sommige/sommigen zelfs 30 minuten.
A
sommige
B
sommigen

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste optie: Sommige/sommigen hadden er geen zin in.
A
sommige
B
sommigen

Slide 6 - Quizvraag

Zet de zin in de verleden tijd: Tim (haten) het vak wiskunde op de middelbare school.

Slide 7 - Open vraag

De (haten) docent werd door de schoolleiding aangesproken.

Slide 8 - Open vraag

De (beantwoorden) vraag is heel makkelijk.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen (antwoorden) zojuist op de vraag van de rector.

Slide 10 - Open vraag

Uitleg theorie
- Congruentie:
Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm
Bij een meervoudig onderwerp hoort een meervoudige persoonsvorm

- Incongruentie:
Als het getal (= enkelvoud of meervoud) van onderwerp en persoonsvorm ongelijk is. Dat is fout. 

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg theorie
Incongruentie kan op verschillende manieren ontstaan:
- Het onderwerp lijkt meervoudig, maar is enkelvoudig (kijk goed naar de kern van het ow).
Voorbeeld: De meerderheid van de bevolking wil/willen minder belasting betalen.

- De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het onderwerp.
Voorbeeld: In het rapport schrijft de onderwijsinspectie dat het gros van de scholen te veel geld in nieuwe schoolgebouwen en apparatuur investeert/investeren.

- Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aangezien.
Voorbeeld: De media hebben/heeft de laatste jaren steeds meer invloed gekregen.

Slide 12 - Tekstslide

Stappenplan
Stappenplan:
1. Wat is het onderwerp?
2. Welke pv hoort daarbij?
3. Wat is het getal van (de kern van) het onderwerp (enkelvoud of meervoud)?
4. Wat is het getal van de pv?
5. Corresponderen deze met elkaar?
6. Pas eventueel het getal van de persoonsvorm aan.


Slide 13 - Tekstslide

Opdr. 1 en 2 Formuleren H6 maken
- Blz. 198
- Antwoorden in je schrift
- Omcirkel in het boek het onderwerp
- Onderstreep de pv
- Zin 4 van opdr. 1 mag je overslaan
- Zin 5 van opdr. 2 mag je overslaan
- Eerste zin klassikaal doen
- 10 min
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Kahoot
https://create.kahoot.it/details/270fc3b6-a1cd-4c32-ad42-b7af6f3037ad 

Slide 15 - Tekstslide

Quizziz
https://quizizz.com/admin/quiz/61f7d837f5d9f6001e3b3644/incongruentie

Slide 16 - Tekstslide