lidwoorden : de - het - een
*Staat altijd voor een zelfstandig naamwoord.
de hond - een kind - het huis
*soms staat er een bijvoeglijk naamwoord tussen
de mooie hond - een klein kind - het grote huis.
*soms is "het" geen lidwoord maar een persoonlijk voornaamwoord.
Het is mooi weer - Het regent erg hard.