mwu Foutenanalyse Schrijfvaardigheid

Veel voorkomende fouten:
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Veel voorkomende fouten:

Slide 1 - Tekstslide

Denk aan het volgende!
1) Denk aan de datum.

DUS: Delft, den 14. November 2022 

2) Ieder zelfstandig naamwoord heeft een lidwoord in het Duits. 
Voorbeeld: ik ga naar school- ich besuche die Schule







Slide 2 - Tekstslide

Vervolg:
3) De brief/ dagen /maanden/ jaargetijden = der  

4) Mogen(NLD) = dürfen (DU)
Voorbeeld: Mag je mee? Darfst du mit?


Slide 3 - Tekstslide

Vervolg:
5) zelfs = sogar maar zelf= selber , selbst

6) Het werkwoord =gaan= wordt in de Duitse zin vertaald met =werden=
Voorbeeld: ik ga door Europa reizen= ich werde durch Europa reisen

Slide 4 - Tekstslide

Een goed begin van de brief:
1) wie geht es dir?
2) mir geht es gut.
                           3) vielen Dank für deinen Brief.

LET OP: na de aanhef begin je de brief met een kleine letter!!!

Slide 5 - Tekstslide

Oefenen: dass of das
De regel: dass=dat
                            das= dat , het
1) Ich hoffe, ..... du nächstes Mal kommst.

2) Ich denke, ...... ich ...... bei  meinem gesparten Geld lege.

3) Ich habe ..... noch nie erlebt!

Slide 6 - Tekstslide

1) Ich hoffe, ..... du nächstes Mal kommst.

2) Ich denke, ...... ich ...... bei meinem gesparten Geld lege.

3) Ich habe ..... noch nie erlebt!

Slide 7 - Open vraag

Regel: Hoe vertaal je =naar=  
=zu=wordt het meest gebruikt. 
=nach= gebruik je na een plaats -of landnaam + richtingen.
=in= bij landnamen met een lidwoord
(die Niederlande, die U.S.A, die Schweiz, die Türkei)
(*) verder bestaan er vaste uitdrukkingen

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen met =naar=
1) Ich fahre im Sommer ............ die U.S.A.
2) Gehst du mit.......Amsterdam.
3) Ich komme bald.......dir!
4) Gehen wir ......die Disko oder .......meinen Freunden?
5) Ich möchte gern mal alleine ........Frankreich.

Slide 9 - Tekstslide

1) Ich fahre im Sommer ............ dieU.S.A.
2) Gehst du mit.......Amsterdam.
3) Ich komme bald.......dir!
4) Gehen wir ......die Disko oder .......meinen Freunden?
5) Ich möchte gern mal alleine ........Frankreich.

Slide 10 - Open vraag

Zinsopbouw
De zinsopbouw is in het Duits bijna hetzelfde als in het Nederlands, behalve als er twee werkwoorden aan het eind van de zin staan.

Dan draai je die twee werkwoorden om. 
De persoonsvorm staat aan het eind van de zin.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenzinnen zinsopbouw:
1) Ik hoop ,dat je mee mag....................................................
2) Jammer ,dat je niet kan komen!......................................
3) Ik ben blij met het cadeau dat ik heb gekregen..........
4) Ik leg het bij het geld dat ik heb gespaard...................

Slide 12 - Tekstslide

1) Ik hoop ,dat je mee mag....................................................
2) Jammer ,dat je niet kan komen!......................................
3) Ik ben blij met het cadeau dat ik heb gekregen..........
4) Ik leg het bij het geld dat ik heb gespaard...................

Slide 13 - Open vraag

Congruentiefout:
Onder congruentiefout verstaan we de ongelijkheid tussen onderwerp en persoonsvorm.
Dit is een van de meest voorkomende fouten in een brief

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen met congruentiefout:
1) ..weil ich eine neue Stereo- Anlage bekommen.....
2)Ich hoffe dass du das nächste Mal kommen...........
3) Danke , dass du mir einen Brief geschickt ..............

Slide 15 - Tekstslide

1) ..weil ich eine neue Stereo- Anlage bekommen.....
2)Ich hoffe dass du das nächste Mal kommen...........
3) Danke , dass du mir einen Brief geschickt .............

Slide 16 - Open vraag

De meest voorkomende fout....
De meeste punten laten leerlingen liggen bij de naamvallen. Dus hier nog een keer het stappenplan!

1) Is het zelfstandig naamwoord m/v/o/mv?
2) Staat er een voorzetsel? Zo niet moeten we ontleden. Zo ja, dan vul je de juiste naamval in.
3) Hoort het in te vullen woord bij de der- of de ein-groep?

Slide 17 - Tekstslide

Oefenzinnen:
1) Ich möchte von mein...gespart....Geld ein....Reise machen.
2) Ich habe ein...gut...Konzert von....dies....Sänger gesehen.
3) Mit mein.....best...Freund möchte ich bei (jou)....zu Besuch kommen.







Slide 18 - Tekstslide

1) Ich möchte von mein...gespart....Geld ein....Reise machen.
2) Ich habe ein...gut...Konzert von....dies....Sänger gesehen.
3) Mit mein.....best...Freund möchte ich bei (jou)....zu Besuch kommen.

Slide 19 - Open vraag