theme 4 lesson 02-03-2021

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

How was your spring break?

Slide 2 - Woordweb

theme 4 : after school
Theme 4

After School

Slide 3 - Tekstslide

What is theme four all about?
  • Talking about your passions (stone 10)
  • Talking about part-time jobs (stone 11)
  • Talking about earning & spending money. (stone 12)
  • Grammar:
    relative clauses--> betrekkelijke bijzinnen 
    the present simple & present continuous--> tegenwoordige tijd
    possessive pronouns--> bezittelijke voornaamwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Goal for today: 
At the end of today's lesson you will know how to use and create the present continuous and will have practised using possessive pronouns.

Slide 5 - Tekstslide

SHIT rule

Slide 6 - Woordweb

Wat is de present simple?

Slide 7 - Woordweb

Wat is de present continuous?

Slide 8 - Open vraag

Wanneer gebruik je de present continuous?
Wanneer iets nu- op dit moment- gebeurd.
Bijvoorbeeld : I am teaching. dit doe ik nu.
er komt dan dus /ing/ achter de stam van het werkwoord teach.
Hoe maak je deze vorm?
Na het onderwerp krijg je altijd een vorm van to be, daarna de stam+ ing. 

Wat is het verschil met de present simple? --> de present simple gebruik je om feiten aan te geven en dingen die standaard gebeuren. 

Slide 9 - Tekstslide

It never is snowing / snows near the coast.
A
is snowing
B
snows

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal: Ik dans elke dag.

Slide 11 - Open vraag

What do you think of? / are you thinking of? You look so distracted!
A
think of?
B
are you thinking of?

Slide 12 - Quizvraag

They are running towards the field.
A
present simple
B
present continuous

Slide 13 - Quizvraag

vertaal: Vannessa gaat elke week naar de supermarkt.

Slide 14 - Open vraag

She is lying to you.
A
present simple
B
present continuous

Slide 15 - Quizvraag

He agrees with us.
A
present simple
B
present continuous.

Slide 16 - Quizvraag

maak de present continuous voor de volgende zin: She can't come to the phone right now because she (to work).

Slide 17 - Open vraag

I hate school.
A
present simple
B
present continuous

Slide 18 - Quizvraag

maak de present continuous voor de volgende zin: They (get) ready for school as we speak!

Slide 19 - Open vraag

I am taking a break.
A
present simple
B
present continuous

Slide 20 - Quizvraag

That guy's shirt smells bad.
A
present simple
B
present continuous

Slide 21 - Quizvraag

He works at Starbucks.
A
present simple
B
present continuous

Slide 22 - Quizvraag

maak de present continuous voor de volgende zin: I (leave) this town as soon as I graduate.

Slide 23 - Open vraag

Vertaal het nederlands woordje in de zin: That is /mijn/ book.
A
mine
B
my

Slide 24 - Quizvraag

This laptop is mine/my.
A
mine
B
my

Slide 25 - Quizvraag

Vertaal het Nederlandse woordje in de zin: She is /zijn/ aunt.
A
her
B
his
C
our
D
your

Slide 26 - Quizvraag

Those bags are your/yours.
A
your
B
yours

Slide 27 - Quizvraag

the dog went into its/it's crate.
A
its
B
it's

Slide 28 - Quizvraag

Is that your/you're mother?
A
your
B
you're

Slide 29 - Quizvraag

It's no (opoffering) to help him every day.
A
offering
B
offer
C
sacrifise
D
sacrifice

Slide 30 - Quizvraag

Vertaal: Ik ben wat geld aan het sparen om binnenkort een brommer te kopen.

Slide 31 - Open vraag

vertaal: Dansen is een tijdverdrijf waarvoor ik heel gepassioneerd ben.

Slide 32 - Open vraag

achtervolgen
A
to behindfollow
B
to persue
C
to pursew
D
to pursue

Slide 33 - Quizvraag

Geoff is a model train (liefhebber).
A
enthusiast
B
enthousiast
C
lovinghaver
D
lovehaver

Slide 34 - Quizvraag

hoe maak je de present continuous?

Slide 35 - Woordweb

How was today's lesson?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Homework:
Maakwerk: Opdracht J 25,26,27,28 & K 29
Leerwerk: Vocabulary A,B,C,D,E,F,G,H

Slide 37 - Tekstslide