Via Vervolg 1F Hoofdstuk 5 Vakantie

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is annuleren?
A
Afzeggen
B
Verbeteren
C
Informeren
D
Boeken

Slide 2 - Quizvraag

Wat is bevestigen?
A
Vertellen waar je heen gaat
B
Aangeven dat iets doorgaat
C
Vertellen waar je niet heen gaat
D
Aangeven dat iets niet doorgaat

Slide 3 - Quizvraag

Wat is bezichtigen?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent iets boeken?
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Wat is controleren?
A
Vergeten
B
Reserveren
C
Bestuderen
D
Nakijken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de bagage?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de bestemming?
A
De plaats waar je vandaan komt.
B
De reis die je maakt.
C
Je stem.
D
De plaats waar je naartoe gaat.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de bezienswaardigheid?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de brochure?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de douane?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de excursie?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn reisdocumenten?
A
Paspoort
B
Diploma
C
Paspoort en vliegtickets
D
Vliegtickets

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de routebeschrijving?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de valuta?
A
De vlag van een land.
B
Het eten van een land.
C
De taal van een land.
D
Geldsoort van een land.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is genieten?
A
Iets niet leuk vinden.
B
Het ergens niet mee eens zijn.
C
Ergens plezier aan beleven.
D
Iets niet willen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het budget?
A
Waar je hotel staat.
B
Hoeveel geld je ergens aan kan of wilt besteden.
C
Hoeveel je van het buffet kan eten.
D
Hoeveel nachten je ergens mag blijven slapen.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het toerisme?
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het verlof?
A
De feestdagen.
B
De tijd die je vrij krijgt van je werk/ school.
C
Als je ontslagen wordt.
D
De vliegvakantie

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een visum?
A
Een vergunning om een auto te huren.
B
Een vergunning om een hotel in te mogen.
C
Een vergunning om een land in of uit te reizen.
D
Een vergunning om te vliegen.

Slide 20 - Quizvraag