Herhaling klas 1: getallen, lidwoorden, être, pers. vnw.

9 septembre 2021
Bonjour et bienvenue!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

9 septembre 2021
Bonjour et bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Au programme aujourd'hui:
- révision des nombres 0 à 20
- révision des articles (définis et indéfinis)
- révision du verbe 'être' avec les pronoms personnels

Slide 2 - Tekstslide

6

Slide 3 - Video

00:13
Vertaling van 8

Slide 4 - Open vraag

00:24
Vertaling van 14

Slide 5 - Open vraag

00:33
Vertaling van 3

Slide 6 - Open vraag

00:48
Vertaling van 17

Slide 7 - Open vraag

01:06
Vertaling van 5

Slide 8 - Open vraag

01:19
Vertaling van 16

Slide 9 - Open vraag

les articles (de lidwoorden)

Slide 10 - Tekstslide

Welke Franse lidwoorden
ken je nog?

Slide 11 - Woordweb

Les articles définis en français:
de / het 
  • le --> mannelijk        (le garçon)
  • la --> vrouwelijk        (la fille)
  • les --> meervoud      (les parents)

  • l' --> klinker / h           (l 'école)      Let op: alleen voor enkelvoud!

Slide 12 - Tekstslide

de jongen
A
la garçon
B
le garçon
C
les garçon
D
l'garçon

Slide 13 - Quizvraag

de moeder
A
le mère
B
l'mère
C
les mère
D
la mère

Slide 14 - Quizvraag

de broers
A
le frères
B
la frères
C
les frères
D
l'frères

Slide 15 - Quizvraag

Les articles indéfinis en français:
een 
  • un --> mannelijk (un garçon)
  • une --> vrouwelijk (une fille)
  • des --> meervoud (des garçons)

  • 'des' vertaal je niet ! Je zegt niet: een jongens, maar: jongens

Slide 16 - Tekstslide

een jongen
A
un garçon
B
le garçon
C
une garçon
D
des garçons

Slide 17 - Quizvraag

een meisje
A
un fille
B
une fille
C
des filles
D
la fille

Slide 18 - Quizvraag

jongens
A
garçons
B
un garçons
C
les garçons
D
des garçons

Slide 19 - Quizvraag

Les pronoms personnels
De persoonlijke voornaamwoorden

Slide 20 - Tekstslide

je
tu
il
elle
nous
vous
ils
elles
ik
jij
hij
zij (v ev)
wij
jullie
zij (m mv)
zij (v mv)

Slide 21 - Sleepvraag

Le verbe 'être'
Het werkwoord 'zijn'

Ken je het rijtje nog?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

hij is

Slide 24 - Open vraag

zij zijn (v mv)

Slide 25 - Open vraag

ik ben

Slide 26 - Open vraag

jullie zijn

Slide 27 - Open vraag

wij zijn

Slide 28 - Open vraag

jij bent

Slide 29 - Open vraag

Faire les exercices 1 à 5.
Devoirs (=huiswerk) pour lundi le 13 septembre.

Slide 30 - Tekstslide