In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Aujourd'hui, c'est le lundi 9 mei
Bienvenue au cours de français!
Slide 3 - Tekstslide
AUJOURD'HUI Vandaag
Iedereen stil, zodat we kunnen beginnen!
Nieuw Franse president Emmanuel Macron
Wat heeft 9 mai met Frankrijk te maken?
2 anniversaires aujourd'hui
Bij verstoring: 1 x waarschuwen, 2e keer eruit.
Slide 4 - Tekstslide
Joyeux anniversaire Lars
Slide 5 - Tekstslide
Wat vieren wij op 9 mai ?
Wat heeft het met Frankrijk te maken?
Slide 6 - Tekstslide
www.1jour1actu.com
Slide 7 - Link
9 mai 1950: déclaration Schuman Franse minister BuZa (na een idee van Jean Monnet) economische samenwerking/ gemeenschappelijke belangen --> geen oorlog
19 avril 1951: Communauté européenne du Charbon de l’Acier (CECA) France, Allemagne, Italie, Bénelux (Pays Bas, Belgique, Luxembourg)
1e step naar EU.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Je kunt gaan naar 27 EU-landen
Slide 10 - Tekstslide
vrij gaan reizen, studeren en wonen in 28 landen
Slide 11 - Tekstslide
Hoe zeg je "GAAN" in het Frans?
ik ga / je vais (Unité 2)
het gaat goed/ ça va bien (unité 1)
we gaan / on va (unité 1)
gaan = aller
Slide 12 - Tekstslide
ALLER - GAAN
Slide 13 - Tekstslide
thiememeulenhoff.bbvms.com
Slide 14 - Link
ALLER - GAAN Prononciation
Slide 15 - Tekstslide
ALLER - GAAN
gebruiken om te zeggen wat je morgen gaat doen!
Ik ga morgen Netflix kijken.
Je vais regarder Netflix demain.
Slide 16 - Tekstslide
thiememeulenhoff.bbvms.com
Slide 17 - Link
ALLER - GAAN
gebruiken om te zeggen wat je morgen gaat doen!
Ik ga morgen Netflix kijken.
Je vaisregarder Netflix demain.
aller + hele werkwoord
Slide 18 - Tekstslide
Livre p. 124-125 Tu fais les exercices 8B et 8C
Boek
Iedereen aan het werk in stilte.
Snel klaar? Maak oefening 8G p. 150
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
Livre p. 124
On corrige l'exercice 8B
1 allez Gaan jullie / gaat u vaak naar het platteland?
2 va Hij gaat naar de bioscoop met zijn vriendin.
3 vas Ga je lopend naar school?
4 vont Zij gaan samen naar het restaurant.
5 vais Ik ga fietsen.
6 allons ’s Zomers gaan wij altijd naar het strand.
Slide 20 - Tekstslide
Livre p. 124
On corrige l'exercice 8C
1 je vais
2 Elle va
3 Vous allez
4 Zazie et Enzo vont
5 tu vas
6 vous allez
7 Tom va expliquer
8 On va manger
Slide 21 - Tekstslide
Les devoirs pour mercredi 11 mai
Huiswerk voor woensdag
1) LEER U4 APP 4 p. 142 voor woensdag 11 mei
2) Oefeningen 8B en 8C afmaken
Slide 22 - Tekstslide
Livre p. 120-122 Tu fais l' exercice 6 /1-11
Boek
Snel klaar? Lees de tekst p. 146
timer
10:00
Slide 23 - Tekstslide
Livre p. 120-122 Tu fais l' exercice 6 /1-11
Boek
Snel klaar? Maak oefening 8E p. 125
timer
10:00
Slide 24 - Tekstslide
Livre p. 120 On corrige l'exercice 5
Boek
1
a in het centrum van Parijs
b aan het strand
2
centre-ville, Paris, grande ville, magasins tout près
la plage, la mer, faire du surf, été
Slide 25 - Tekstslide
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6 1-3
Boek
1 a habiter = wonen
b vivre
2 a faux J'habite au centre de Paris. J'adore ça!
b vrai Les magasins sont tout près.
c faux Pour moi, la campagne est trop calme.
3 C J'habite au premier ètage. Ma grand-mère habite dans le même immeuble, au deuxième étage.
Slide 26 - Tekstslide
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
4 a tegenover
b op de hoek van
5 a C
b parce que = omdat
6 A, Plus tard, je veux habiter dans un petit village ou à la campagne.
6D, J'habite au-dessus du restaurant, au premier étage.
6De school is ver, Mon collège est loin.
6de zee is haar tuin. La mer, c'est notre jardin!
Slide 27 - Tekstslide
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
7 1 De zee is haar tuin. C'est logique: la mer, c'est notre jardin!
7 2 Ze gaan surfen en interessante dingen zoeken op het strand. Nous allons faire de surf et nous cherchons des choses intéressantes sur la plage.
8 antwoord Nee, dat wil ze niet. Non je ne veux pas.
reden Ze houdt niet van verkeer en het geluid in de stad. Je n'aime pas la circulation et le bruit.
Slide 28 - Tekstslide
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
9 a school dichtbij / ver weg
gaat lopend naar school / gaat met de bus naar school
druk / rustig
in de stad / aan het strand
wonen in een flat / boven een restaurant
in Parijs / in het zuidwesten
b Ze wonen allebei op de eerste verdieping.
Slide 29 - Tekstslide
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
10 a het platteland
b calme, la nature
11 a je vais à pied
nous allons faire du surf
b je vais
nous allons
Slide 30 - Tekstslide
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
12 a een nieuw groot winkelcentrum in Parijs
b winkelen, uit eten, terrasje pakken
c Près de mon collège, il y a un nouveau centre de shopping, il est énorme ! (regel 7-9/ Maël)
13 Nee, want de restaurants sluiten op zondag om 20.00 uur, dus 20.30 uur is dan te laat.
Slide 31 - Tekstslide
Les mots de APP 1
Slide 32 - Tekstslide
Les mots de APP 2
Slide 33 - Tekstslide
Réponds à la question
Slide 34 - Tekstslide
Faire des paires avec APP 2 p. 141
Paren maken met
Snel klaar? Maak oefening 6/4-11 p. 120-122
timer
5:00
Slide 35 - Tekstslide
Maandag : burgerschap
Gesprek met lid van Tweede Kamer tijdens Franse les
welke vraag wil je graag aan het lid van de Tweede kamer stellen?
Schrijf je vraag op.
timer
5:00
Slide 36 - Tekstslide
Hoe zeg je deze woorden in het Frans?
Schrijf de Franse vertaling in je schrift:
dol zijn op
een hekel hebben aan
houden van
liever hebben
maak een zin met : "Peter déteste .........(wiskunde)"
Peter déteste les maths.
Snel klaar? Herhaal de woorden t.b.v. de repetitie.