Wat vind jij? Ik vind dat ook. / Ik vind dat niet.
Wat is jouw mening? Ik vind dat een goed idee. Ik vind dat geen goed idee.
1. Alle kinderen moeten sporten.
2. Kinderen mogen zelf kiezen hoe laat ze naar bed gaan.
3. Kinderen moeten voor hun ouders zorgen, als de oud zijn.
4. Kinderen mogen een eigen telefoon hebben vanaf 8 jaar.
5. Kinderen mogen één uur per dag tv kijken.
6. Lezen is goed voor kinderen.