2.1 Nationalisme

Memo hm 2
H1 De tijd van burgers en stoommachines 
2.1. Nationalisme
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo hm 2
H1 De tijd van burgers en stoommachines 
2.1. Nationalisme

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen 2.1.
1) Ik kan uitleggen wat twee gevolgen waren van nieuwe transport- en
communicatiemiddelen.
2) Ik kan uitleggen waarom mensen vanaf 1850 het gevoel kregen in een tijd van vooruitgang te leven.
3) Ik kan met een voorbeeld uitleggen wat nationalisme is.
4) Ik kan twee gevolgen van nationalisme noemen.
5) Ik kan met vier voorbeelden uitleggen dat nationalisme voor spanningen in Europa zorgde.

Ik ken de begrippen en jaartallen uit deze (deel)paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Een moderne samenleving
Veranderingen in West-Europa 1850-1900:
  • Veel nieuwe uitvindingen die het leven aangenamer maakten
(batterij, fototoestel, etc.).
  • Nieuwe transportmiddelen (stoomtrein en stoomschip) 
en verbeterde infrastructuur (spoorwegen, spoorwegbruggen, 
nieuwe kanalen) zorgden voor kortere reistijden. 
  • Nieuwe communicatiemiddelen (telegraaf, telefoon, radio en postschepen)
zorgden voor eenvoudigere en snellere communicatie.
  • Betere hygiëne en medische zorg zorgden voor bevolkingsgroei.
  • Sociale wetten zorgden ervoor dat de ergste armoede verdween.

Slide 4 - Tekstslide

Vooruitgang
Rond 1850 ontstond het gevoel van vooruitgang in Europa. 
Vooruitgang = Het idee dat het steeds beter gaat met de mensheid. 

Slide 5 - Tekstslide

Een moderne samenleving
Drie redenen voor toegenomen optimisme vanaf 1850:
  • Geen grote oorlogen in West-Europa. 
  • Landen werden steeds welvarender.
  • Technologische vooruitgang door nieuwe uitvindingen zorgde ervoor dat het leven steeds aangenamer werd.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Nationalisme
In de 19e eeuw groeide het nationalisme.
Nationalisme = grote voorliefde voor je eigen volk, taal, geschiedenis en cultuur.

Natie = volk verbonden door gemeenschappelijke taal, geschiedenis en cultuur.

Groeide door  werk van kunstenaars en schrijvers en school (eigen geschiedenis en taal)

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen van nationalisme
Twee gevolgen:
  • Mensen gingen zich sterker en beter voelen dan mensen van een ander volk.
  • Nationalisten wilden een eigen land voor hun volk.
  1. Volken die verspreid woonden over meerdere landen wilden één land worden.
  2. Volken die in een veelvolkerenstaat woonden wilden een eigen land.

Slide 9 - Tekstslide

Nationalisme
1. Volken die verspreid woonden over meerdere landen wilden één land worden.

  • Duitsers woonden verspreid over verschillende landen. Nationalisme zorgde voor oorlogen tussen Oostenrijk-Hongarije en Duitse staten, en tussen Frankrijk en Duitse staten. In 1871 nieuw land: Duitsland
  • Italianen woonden ook verspreid over verschillende landen. Italiaanse staten werden één land in 1861: Italië. 

Slide 10 - Tekstslide

Nationalisme
2. Volken die in een veelvolkerenstaat woonden wilden een eigen land.
  • Ottomaanse rijk. 
Turken, Grieken, Roemenen, Bulgaren en Serven. Opstanden > eigen staten.
  • Oostenrijk-Hongarije. 
Oostenrijkers, Hongarije, Tsjechen, Slowaken, Polen. Dreigde ook uiteen te vallen.
  • Nederland
Nederlanders en Belgen. 1830 Belgische Opstand. België onafhankelijk.

Slide 11 - Tekstslide

Wat was geen oorzaak van het vooruitgangsdenken?
A
arbeiders krijgen een minder goed leven
B
geen grote oorlogen meer
C
landen worden welvarender
D
technologische vooruitgang

Slide 12 - Quizvraag

Welk land was geen veelvolkerenstaat aan het begin van de 19e eeuw?
A
Duitsland
B
Nederland
C
Oostenrijk-Hongarije
D
Ottomaanse Rijk

Slide 13 - Quizvraag

Welk volkeren woonden verspreid over meerdere landen?
A
Duitsers en Italianen
B
Duitsers en Nederlanders
C
Fransen en Italianen
D
Fransen en Nederlanders

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoelen
Leerdoelen 2.1.
1) Ik kan uitleggen wat twee gevolgen waren van nieuwe transport- en
communicatiemiddelen.
2) Ik kan uitleggen waarom mensen vanaf 1850 het gevoel kregen in een tijd van vooruitgang te leven.
3) Ik kan met een voorbeeld uitleggen wat nationalisme is.
4) Ik kan twee gevolgen van nationalisme noemen.
5) Ik kan met vier voorbeelden uitleggen dat nationalisme voor spanningen in Europa zorgde.

Ik ken de begrippen en jaartallen uit deze (deel)paragraaf.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Zie whiteboard.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent. 

Slide 16 - Tekstslide