Kader jaar 3 spelling blok 1

Nederlands blok 1 
kader 3 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands blok 1 
kader 3 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 
Bespreek in tweetallen de juiste spelling van de werkwoorden in de onderstaande zinnen. Schrijf het in je schriftje. 

1 Ik … (vinden) mijn nieuwe rooster fijn.
2 Jij … (verdienen) best goed met die bijbaan.
3 Mijn moeder … (sporten) graag in de sportschool.
4 … (Willen) jij de boter even doorgeven?
5 Vroeger … (spelen) mijn vader competitievoetbal.
6 Wij … (wachten) gisteren wel een uur op jou.
7 De scooters … (zoeven) voorbij.

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden 
1 vind, want bij ik schrijf je de ik-vorm
2 verdient; want bij jij schrijf je ik-vorm + t. Dat geldt ook voor hij/zij/het
3 sport, want bij hij/zij/het schrijf je ik-vorm + t, behalve als er al een t staat.
4 wil, want bij jij schrijf je ik-vorm + t, behalve als jij erachter staat
5 speelde, want in de vt enkelvoud schrijf je ik-vorm + de/te.
6 wachtten, want in de vt meervoud schrijf je ik-vorm + den/ten.
7 zoefden. Bij twijfel tussen -de(n) en -te(n) gebruik je de regel van ‘t kofschip. Stam = zoev (zoeven zonder -en). De v zit niet in ’t kofschip, dus schrijf je ‘den’ (zit de laatste letter van de stam wel in het kofschip, dan schrijf je ‘te(n)’.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag 
  • Ga naar de online methode 
  • Blok 1 spelling
  • Maak alle opdrachten (ook dictee!) 

Slide 15 - Tekstslide