Rekenen groep 8 blok 5 les 8

Pluspunt 4 blok 5 les 8 (groep 8)
Welkom bij deze les.
We gaan kennismaken met allerlei soorten grafieken. 
Grafieken zie je vaak in de krant....
<over het weer....

of over welke  studierichtingen jongens en meisjes kiezen.... >
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pluspunt 4 blok 5 les 8 (groep 8)
Welkom bij deze les.
We gaan kennismaken met allerlei soorten grafieken. 
Grafieken zie je vaak in de krant....
<over het weer....

of over welke  studierichtingen jongens en meisjes kiezen.... >

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
In het volgende filmpje wordt er meer verteld over het doel van de les!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link


Dit cirkeldiagram gaat over pizza's die gemaakt zijn en die iemand geprobeerd heeft te verkopen.

Vraag:
Hoeveel pizza's zijn er in totaal?
A
100
B
400
C
35
D
140

Slide 4 - Quizvraag



Vraag:
Wat betekent het oranje stuk?
A
alle pizza's die gemaakt zijn
B
alle pizza's die iemand wilde verkopen
C
alle pizza's die verkocht zijn
D
alle pizza's die niet verkocht zijn

Slide 5 - Quizvraag



Vraag:
Hoe noem je de uitleg bij een grafiek ook alweer?
A
de interpretatie
B
het percentage
C
de berekening
D
de legenda

Slide 6 - Quizvraag


De hele cirkel heeft 100 streepjes en staat voor 400 pizza's.

Vraag:
Voor hoeveel pizza's staat 1 streepje?
A
100
B
1
C
4
D
35

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel pizza's zijn er verkocht?

Slide 8 - Open vraag

uitleg
Het juiste antwoord op de laatste vraag was: 140.

Op de volgende slide zie je een uitleg over het diagram, waarin de antwoorden op de vragen aan bod komen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

oeps, zei ik daar even 400 euro ipv 400 pizza's.....
vergissing.... 
Bekijk het filmpje in de volgende slide. Daarin wordt een grafiek getoond met een uitleg. Daarna ga je er vragen over maken.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link


Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
Hoeveel meisjes hebben dan in  juni de voorstelling bezocht?
A
400
B
30
C
40
D
300

Slide 13 - Quizvraag


Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
Hoeveel jongens hebben dan in  juni en juli samen de voorstelling bezocht?
A
30
B
300
C
600
D
700

Slide 14 - Quizvraag


Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
In welke maand hebben de minste jongens de voorstelling bezocht?
A
september
B
mei
C
april
D
juli

Slide 15 - Quizvraag


In welke maand was het verschil in aantallen jongens en aantallen meisjes in verhouding tot elkaar (in percentage) het grootst?
A
september
B
mei
C
april
D
juli

Slide 16 - Quizvraag


Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
In welke maanden zijn de aantallen jongens die de voorstelling bezochten gelijk gebleven?
A
mei en juli
B
mei en juni
C
juni en juli
D
augustus en september

Slide 17 - Quizvraag


Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
Tussen welke maanden steeg het aantal jongens dat de voorstelling bezocht?
A
april en mei + mei en juni
B
april en mei + mei en juni
C
juni en juli + juli en augustus
D
mei en juni + juli en augustus

Slide 18 - Quizvraag


Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
Tussen welke maanden steeg het aantal meisjes het meest?
A
april en mei
B
mei en juni
C
juni en juli
D
juli en augustus

Slide 19 - Quizvraag


Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
Tussen welke maanden daalde het aantal meisjes het meest?
A
mei en juni
B
juni en juli
C
juli en augustus
D
augustus en september

Slide 20 - Quizvraag

         stijgen en dalen


Lees een grafiek altijd van links naar rechts. 
Als dan de lijn naar beneden gaat, spreken we van dalen.
Als dan de lijn naar boven gaat, spreken we van stijgen.
Hoe steiler de lijn, hoe meer iets stijgt of daalt.
Tussen juli en augustus daalt het aantal meisjes dus het meest.

Slide 21 - Tekstslide

Nu gaan we informatie uit het lijndiagram omzetten in een tabel. Vul de aantallen bezoekers op de juiste plek in. Zie volgende slide.

Slide 22 - Tekstslide

400
400
250
300
300
300
Sleep deze aantallen naar de juiste plek in de tabel.
350
550
470
500
330
200

Slide 23 - Sleepvraag

Bekijk het filmpje
op de volgende slide.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

We gaan met het werkboek aan de slag!
De opgaven 1 en 2 hebben betrekking op de afbeeldingen in het kader.

Slide 26 - Tekstslide

Probeer de lessen nu zelfstandig te maken. 
We hebben veel in deze les geoefend van wat je nodig hebt voor de zelfstandige verwerking. Mocht je tijdens het werken toch vragen hebben, kom dan om 11:00 uur bij het vragenuurtje in de meeting.
Succes!

Slide 27 - Tekstslide