Module 8 - les 9 argumentatie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?


  • Examenvragen - argumentatie
  • Nieuwe examenvragen - Framing



Slide 2 - Tekstslide

'Mannen? Nee, vrouwen zijn bevoorrecht'

blz 

Slide 3 - Tekstslide

Drogredenen herkennen
Op het examen wordt je soms gevraagd drogredenen te benoemen. Een goede tekst behoort uiteraard geen drogredenen te bevatten. Daarom staat in de vraag naar een drogreden vaak een zinsnede als ‘een kritische lezer zou hier een drogreden kunnen herkennen’. 

Het stukje tekst waar de drogreden te vinden is, wordt in de vraag aangeduid.

Slide 4 - Tekstslide

Drogredenen herkennen
Er zijn twee groepen drogredenen:
1 onjuist gebruik van argumentatieschema’s;
2 overtreden van discussieregels.

Bij een drogreden is sprake van een slechte argumentatie. Probeer altijd eerst het standpunt en het argument te vinden en vervolgens te bedenken waarom het argument slecht is. Dat lukt het beste bij drogredenen uit de eerste groep. Bij de tweede groep moet je vooral letten op formuleringen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Opdracht 15
Lees de tekst Het recht om de gordijnen te mogen sluiten en beantwoord de vraag.

In alinea 6 wordt een argumentatie opgezet die in alinea 7 eindigt met de volgende conclusie: “Het onschuldbeginsel … toekomstige verdachten.” (alinea 7, regels 138-141) Een kritische lezer kan zich afvragen of het gerechtvaardigd is om deze conclusie te trekken.

Slide 7 - Tekstslide


(1p) Welke van onderstaande drogredenen kan de kritische lezer in genoemde argumentatie zien?
A
het ontduiken van bewijslast
B
het overdrijven van voor- of nadelen
C
een overhaaste generalisatie

Slide 8 - Quizvraag

Argumentatie
Ontduiken van bewijslast -> je vraagt de tegenpartij met argumenten te komen (discussieregel -> let op formulering)

Overhaaste generalisatie -> op basis van een voorbeeld concludeer je dat het altijd zo zal gaan 
In de zaak ... werd informatie uit eerder onderzoek gebruikt, de bevolking bestaat dus alleen uit verdachten en niet-verdachten.

overdrijven voor-/nadelen -> voor- of nadelen worden flink overdreven
Nadelen DNA-database -> iedereen is nu verdacht of niet-verdacht, het onschuldbeginsel is definitief geschorst

Slide 9 - Tekstslide

Aanvaardbaarheid
Om de argumentatie van een heel betoog te beoordelen op aanvaardbaarheid, stel je de volgende vragen:
• Zijn de feitelijke argumenten aanvaardbaar en controleerbaar?
• Zijn de gebruikte bronnen betrouwbaar?
• Zijn de waarderende argumenten aanvaardbaar?
• Zijn de argumenten relevant?
• Is de argumentatie consistent? (Spreekt de auteur zichzelf niet tegen?)
• Is de argumentatie toereikend? 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aanvaardbaarheid
Opdracht 16 t/m 18

Slide 12 - Tekstslide

Nieuw Nederlands katern havo 5
258 t/m 262
Nieuw type vragen

Slide 13 - Tekstslide

Framing



Framing

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Framing
Een frame is een verhaal dat je met bepaalde woorden en beelden vertelt, zodat de boodschap krachtiger wordt.

Met het begrip framing bedoelen we dus: het scheppen van een eenzijdig beeld door iets (bijvoorbeeld een politiek gevoelig onderwerp) op een specifieke manier te verwoorden of te presenteren, waarbij (door de woordkeus) bepaalde informatie benadrukt of juist verborgen wordt.

Slide 16 - Tekstslide

Framing
Framing wordt vaak heel bewust ingezet. Als je zegt dat ‘Nederland wordt overspoeld door een tsunami van gelukszoekers’ klinkt dat veel negatiever over immigranten dan ‘In Nederland vragen jaarlijks enkele tienduizenden mensen asiel aan’

Vergelijk ook klimaatcrisis met klimaatverandering, toeslagencircus met toeslagensysteem, bijstandstrekker met uitkeringsgerechtigde en villasubsidie met hypotheekrenteaftrek.

Slide 17 - Tekstslide

Framing
  • Bewust ingezet door bijvoorbeeld politici, media, in reclames en door de voedingsmiddelenindustrie.
  • Bedoeld om mensen te beïnvloeden.
  • Frames blijven hangen
  • Kan heel gevaarlijk zijn!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Framing
Opdrachten over framing in het CSE gaan dus over het effect dat de auteur vermoedelijk bij de lezer wil bereiken met bepaalde woorden of perspectieven. Je interpreteert het door de auteur bewust gekozen taalgebruik.

Slide 20 - Tekstslide

Tekst 1 - Kindermarketing in vlogs

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk 16/12
Opdracht 1 t/m 4
(blz 259 t/m 262)

Slide 22 - Tekstslide